04-nov Amsterdam -  Tanger - Chefchaouen
05-nov Chefchaouen
06-nov Chefchaouen
07-nov Chefchaouen - Fes
08-nov Fes
09-nov Fes - Midelt
10-nov Midelt - Merzouga / Erg Chebbi
11-nov Merzouga - Todra kloof
12-nov Todra Kloof
13-nov Todra Kloof - Ait Benhaddou
14-nov Ait Benhaddou - Marakkech
15-nov Marrakech
16-nov Marrakech - Amsterdam

4 november 2007 - Chefchaouen

Als volgende reisbestemming hebben wij ons oog laten vallen op Marokko; een totaal andere wereld niet ver van huis. Terwijl de dagen hier in Nederland beginnen te korten en een periode van kou, regen en harde wind zich aankondigt stappen wij in opperbeste stemming in het vliegtuig richting het zonnige Zuiden.

In 2 uur tijd vliegen we naar Madrid waar we over moeten stappen voor onze aansluitende vlucht naar Tanger. En dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Het vliegveld van Madrid is behoorlijk groot en vol goede moed volgen we de gekleurde bordjes die aangeven dat we maar liefst 20 minuten verwijderd zijn van onze vertrek terminal. Deze bordjes hebben echter geen rekening gehouden met de lange rij die bij de douane staat. Ongeduldig sluiten we aan, we hebben nog maar een half uurtje voor onze volgende vlucht vertrekt, dat wordt krap! Als we eindelijk de douane door zijn wacht ons nog een verrassing; we moeten met de metro naar de vertrekterminal. Het wordt een race tegen de klok en gelukkig winnen wij hem.

Madrid – Tanger is een kippestukje, in een klein uurtje zijn we er al. Bij de Europcar balie halen we onze huurauto op en dan begint de reis pas echt. We verlaten het vliegveld en al snel arriveren we in het centrum van Tanger. Het is hier redelijk druk en vooral het rijgedrag van de bewoners is even wennen, volgens de statistieken heeft het Marokkaanse verkeer een van de dodelijkste reputaties ter wereld! Wij constateren in ieder geval dat de gemiddelde Marokkaanse bestuurder niet echt een heer in het verkeer is. Inhalen in bochten, bumper kleven, verkeersborden of rode-stoplichten negeren, vrijwel geen richting aangeven, wij maken het allemaal mee. De voornaamste verkeersregel hier is eigenlijk ; hoe groter je voertuig, hoe meer voorrang je hebt. En tsja, daar zitten wij dan in onze kleine Kia Picanto….

Met onze picanto door het fraaie landschap

Gelukkig is het verkeer buiten de steden een heel stuk rustiger. Via een goede asfaltweg vervolgen we onze weg door het Rifgebergte en na drie uur rijden naderen we ons einddoel voor vandaag; het stadje Chefchaouen. Via internet hebben we hier de eerste hotelovernachting geboekt in hotel Dar Echaouen en dat blijkt een goede keuze te zijn.

Dit hotel is er werkelijk één uit sprookjes van duizend en een nacht. Een oase van rust aan de rand van de stad met hele vriendelijke mensen, een ruime tuin en een gezellige binnenplaats. De kamers zijn erg mooi, in een warme stijl gedecoreerd met gele, oranje en blauwe tinten. We voelen ons hier helemaal thuis!

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

5 november 2007 - Chefchaouen

Vanochtend worden we gewekt door kwetterende vogels en buiten schijnt de zon uitbundig onder een strakblauwe hemel, het belooft een mooie dag te worden. Na een machtig Marokkaans ontbijt dat bestaat uit plat witbrood, pannenkoekjes met honing (Beghrirs) en een soort oliebollen (Sfenj) zijn we klaar om Chefchaouen te bekijken.

De blauwe straatjes en deurtjes van Chefchaouen

Deze “blauwe” stad telt 36.000 inwoners en ligt op een hoogte van 600 meter.
De stad wordt omringd door twee hoornvormige bergen – Ech-Chaoua- waaraan de stad haar naam te danken heeft. Te voet wandelen we naar de oude medina en Chefchaouen blijkt de meest schilderachtige stad te zijn die we ooit hebben gezien. Uren slenteren we door smalle straatjes met wit & in alle tinten blauw gekalkte huizen die tegen de bergwand zijn aangebouwd. Vooral de deuren en openingen zijn bijzonder gedecoreerd, veelal afgebladderd en verroest. Ieder huis en ieder straatje heeft haar eigen blauwe kleur en geen tint blauw is hetzelfde. Heel mooi om te zien.

De medina is een waar doolhof en iedere keer ontdekken we weer een nieuw fotogeniek doorkijkje, een leuk pleintje, een hamam of een mooie fontein. Kinderen spelen in de smalle straatjes, vrouwen in kleurrijke gewaden verkopen groenten en fruit en mannen in djellaba’s wisselen op een bankje in de schaduw de laatste roddels uit. Als we even pauzeren, raken we aan de praat met een vriendelijke man die ons uitnodigt om in zijn werkplaats een kopje muntthee te drinken.

Groene muntthee is dé nationale drank van Marokko en het bereiden van de thee is een verhaal op zich. Eerst worden de theebladeren in een theepot met kokend water gewassen. Hierna worden er verse muntblaadjes, suiker en kokend water aan toegevoegd. Dan moet de thee een paar minuten trekken. Vervolgens wordt de eerste thee in een glaasje geschonken en direct weer in de pot terug gegooid. Dit herhaalt zich een paar keer totdat de gastheer vindt dat de thee goed genoeg is en geserveerd kan worden. Met een hoge straal wordt de thee dan in kleine smalle glaasjes geschonken.

De thee die wij aangeboden krijgen is mierzoet maar wij vinden hem erg lekker. Onze gastheer spreekt wat Engels en hij vertelt ons het een en ander over Chefchaouen en de omgeving. Deze stad blijkt beroemd te zijn om de djellaba’s en tapijten die hier op traditionele manier worden geweven, alleen al in Chefchaouen zitten tientallen weef werkplaatsen. Onze gastheer geeft ons een weefdemonstratie en daarna worden er tientallen tapijten voor ons uitgestald. Probeer dan maar eens nee te zeggen!

We blijven ruim een uur hangen bij deze vriendelijke man en wandelen dan verder naar het hoofdplein Place Uta-el-Hamam. Dit plein is de belangrijkste ontmoetingsplaats van de stad. Hier vind je de grote moskee, winkeltjes en diverse thee huizen en restaurantjes. We ploffen neer bij een van de restaurantjes en kiezen Kefta Tajine uit als lunch, lekkere gehaktballetjes in tomatensaus met uien en diverse kruiden.

Na de lunch bezoeken we nog een klein museum en dan keren we moe maar voldaan weer terug naar ons hotel.

 

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

6 november 2007 - Chefchaouen

Chefchaouen is zo’n heerlijk relaxt stadje dat we besluiten om nog een dag te blijven. Wederom dwalen we uren door de smalle straatjes en we proberen meer contact te maken met de inwoners hier. Helaas komen de meeste mensen behoorlijk gesloten en afstandelijk op ons over. Bovendien willen ze niet graag gefotografeerd worden, erg jammer want ze zijn zo fotogeniek!

In de namiddag luieren we wat in tuin van ons hotel en we stippelen de route uit die we aankomende week willen gaan rijden.

De eigenaar van ons hotel adviseert ons om morgen de weg via Ouezzane richting Fes te nemen in plaats van Ketama in verband met de kif verkopers.

In het gebied tussen Chefchaouen, Ketama en Al-Hoceima bevinden zich namelijk veel cannabis (kif) plantages, het schijnt zelfs dat 75% van het wereldwijde aanbod van cannabis uit de Marokkaanse Rif afkomstig is.
Petra in een straatje in Chefchaouen

Het verbouwen van kif is een eeuwenoude traditie in deze regio en het wordt door de Marokkaanse autoriteiten getolereerd maar de handel hierin is streng verboden. Daarom is er in dit gebied een enorme smokkelhandel ontstaan

terug

Marokkaanse aardewerk

 

7 november 2007 - Chefchaouen - Fes

Jan koopt een zak met dadels

Met pijn in ons hart verlaten we Chefchaouen en rijden we richting Fes. De weg kronkelt door het rifgebergte heen en onderweg genieten we van de mooie uitzichten op steile dalen en kleine dorpjes. Deze weg is goed geasfalteerd en tot onze opluchting ook erg rustig. Weinig auto’s hier maar wel veel ezels, het belangrijkste transportmiddel in dit ruige bergachtige gebied.

Langs de kant van de weg verkopen berber vrouwen fruit of aardewerk. Ze zijn traditioneel gekleed en hebben doeken met rode en witte verticale strepen om hun lichaam heen geslagen. Op hun hoofd dragen ze een grote strohoed.

De rit verloopt voorspoedig en binnen 4 uur tijd naderen we de miljoenenstad Fes. Dit is even spannend want we moeten goed opletten dat we naar de juiste wijk rijden. Fes bestaat namelijk uit 3 delen; Ville nouvelle (de nieuwe stad), Fes-el-jedid (wijk van het koninklijke paleis) en Fes-el-Bali (de oude medina). Wij willen naar de strategisch gelegen wijk Batha die aan de rand van de oude medina ligt.

Een paar kilometer voor de stad komt er een motorrijder naast ons rijden die aanbiedt de weg te wijzen. We hebben onze twijfels en verwachten dat hij ons naar een hotel dirigeert waar hij commissie opstrijkt voor iedere toerist die hij daar aflevert. Voor de toegangspoort houdt hij echter halt, geeft nog wat laatste aanwijzingen en verdwijnt weer.

We volgen zijn instructies en tot onze verbazing komen we inderdaad in de wijk Batha uit. Zodra we de auto stilzetten raken we aan de praat met een vriendelijke man die ons verwijst naar een pleintje waar een parkeerwachter voor een paar Dirham onze auto zal bewaken. Dit is gebruikelijk in veel steden in Marokko en eigenlijk is het best wel handig.

Heel toevallig is de behulpzame man de eigenaar van deze bewaakte parkeerplaats en nog toevalliger heeft hij een broer die een officiële gids is en vanmiddag ook nog eens de tijd heeft om ons rond te leiden door Fes. En ach ja, waarom ook niet. De medina van Fes schijnt een waar doolhof te zijn dus misschien is een gids niet eens zo’n slecht idee voor een eerste kennismaking met de stad. Nadat we ons wat hebben opgefrist in het hotel gaan we op pad.

Zodra we de medina betreden hebben we het idee dat we teruggaan in de tijd. Het is een labyrint van smalle steegjes, steile trappetjes en pleintjes en onze ogen moeten even wennen aan het weinige zonlicht hier. Gemotoriseerd verkeer is hier verboden maar evengoed moet je goed oppassen dat je niet aangereden wordt door een te zwaar beladen ezel! In deze medina wonen nog duizenden mensen en tegelijkertijd is het een grote bazaar.

Elk product en elke ambacht heeft zijn eigen straat. Zo vindt je hier o.a. een kruidensoek, een fruit & groentensoek, een slippersoek, de hennasoek, tapijtensoek, kledingsoek etc. etc. Verder zijn er overal piepkleine werkplaatsen waar houtbewerkers, wevers, zilversmeden, metaalbewerkers, pottenbakkers, koperslagers en leerlooiers op traditionele wijze hun ambacht uitoefenen.

Leerlooier aan het werk in Fes

Vooral het leerbewerken is fascinerend om te zien. Onze gids loodst ons naar het dakterras van een leerwinkel en we krijgen een muntblaadje onder onze neus gedrukt tegen de stank. Van bovenaf hebben we een fraai uitzicht op tientallen gevulde kuipen die tussen de huizen ingeklemd liggen. Leerlooiers bewerken hier huiden van schapen, geiten en kamelen tot leer. We krijgen het hele proces te zien.

De huiden worden eerst van de haren en vlees ontdaan, dan worden ze geweekt in speciale kuipen gevuld met duivenpoep(!) en kalk, vervolgens gedroogd en gespoeld en daarna gekleurd door middel van natuurlijke kleurstoffen die verkregen worden uit mineralen en planten.

Het proces van het leerlooien is nog exact hetzelfde als duizenden jaren geleden. Het is heel bijzonder om dit te zien maar ondertussen hebben we wel te doen met de mannen die dit zware werk verrichten onder de altijd brandende zon en in de indringende stank.

Naast de souks bezoeken we nog de medersa Bou Inania wat een belangrijk religieus internaat was. Verder nog het mausoleum van Moulay Idriss, de stichter van de stad Fes en de Karaouine moskee die we helaas alleen van de buitenkant kunnen bekijken omdat hij gesloten is voor niet-moslims.

Helaas heeft onze gids een ander idee van een citytour dan wij zelf want hij gaat overal in sneltreinvaart langs en besteed veel tijd aan de verkoopdemonstraties waar we iedere keer “toevallig” uitkomen. Hij heeft pech want aan ons valt niks te slijten vandaag. Eigenlijk is het ook overal ter wereld hetzelfde. Wij kunnen er om lachen, morgen hebben we alle tijd om Fes op eigen houtje te verkennen.

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

8 november 2007 - Fes

Allah Akbar – Allah Akbar- Allah Akbar.... Het is nog vroeg als de muezzin de gelovigen oproept tot het eerste ochtend gebed. Dit is eigenlijk de eerste keer dat we er wakker van worden, maar ja, logisch in een grote stad. Het is te vroeg voor ons dus we draaien ons lekker nog een keertje om in bed.

Na het ontbijt duiken we de medina van Fes weer in, deze keer zonder gids. We hebben gelezen dat de mensen hier nogal opdringerig zijn als je er alleen rond dwaalt maar dat valt reuze mee. Gewoon negeren en geen aandacht aan schenken dan laten ze je vanzelf wel met rust. Al binnen vijf minuten zijn we vreselijk verdwaald maar dat is eigenlijk helemaal niet erg want zo ontdekken we telkens weer wat interessants.

Als we even stilstaan, horen we plotseling kinderstemmen die in koor teksten opzeggen. We lopen op het geluid af en als ik om het hoekje van de deur gluur blijkt het een kleine koran school te zijn. De kinderen zien ons en vallen gelijk stil. We verstoren de les maar de vriendelijke onderwijzeres nodigt ons uit om binnen te komen.We lachen wat met de kinderen, maken een paar foto’s en laten ze dan met rust want er moet natuurlijk wel geleerd worden vandaag.

Koranschooltje in Fes

Hierna bezoeken we nogmaals de leerlooierijen en we dwalen uren rond door de smalle straatjes van de medina. Het is hier echt een doolhof want er zijn maar liefst 9500 straatjes! Gelukkig hebben we de GPS meegenomen en dankzij dit apparaatje vinden we de weg weer terug naar ons hotel, toch wel handig!

In de middag gaan we naar de wijk Fes el-Jedid waar het koninklijke paleis staat. Vroeger was dit het verblijf van de sultan, tegenwoordig logeert de koning van Marokko hier als hij een bezoek brengt aan Fes. Dit paleis is gesloten voor bezoekers maar de hoofdingang is bijzonder mooi om te zien. Het is een rijk versierde poort in Moorse steil met bronzen deuren.

Nabij het paleis begint de Mellah, de voormalige joodse wijk. Hier moet ook een grote Joods begraafplaats zijn maar wij kunnen het niet echt vinden. Plotseling staat er een jongen voor onze neus die ons wel kan helpen, hij brengt ons naar de ingang maar de poort is gesloten. Geen probleem, hij zorgt er wel voor dat het geopend wordt. We zijn gezellig aan het kletsen en hij leidt ons rond op de begraafplaats, in het museum en in de Joodse wijk. En uiteraard doet hij dat niet voor niks, zo blijkt achteraf. Zo hebben we dus zonder dat we het goed en wel beseffen wederom een gids. Eigen schuld… Maar de joodse begraafplaats is indrukwekkend om te zien. Een stille vreedzame plek met honderden witte tombes en een fraai uitzicht op de stad.

Moe maar voldaan slenteren we weer terug naar ons hotel. We passeren de groenten- en fruitsoek en mijn oog valt op de slagerssoek. Hier hangen complete runderen aan haken, koeienpoten staan uitgestald op de grond en er worden levende kippen verkocht. Dan zie ik een vrouw een kip aanwijzen en tot mijn schrik word die ter plekke onthoofd. De rillingen lopen over mijn lijf, dat gaat er toch wel heel wat anders aan toe dan bij de slager in Nederland. Verser dan dit kan in ieder geval niet…..

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

9 november 2007 - Fes - Midelt

Vandaag is het vrijdag, de gebedsdag voor moslims, en wij denken slim te zijn om op deze dag Fes te verlaten. Maar in plaats van de rust die wij verwachten is het in en rondom de stad extreem druk. En dan vooral op de ringweg. Het is een flink zoekplaatje om de juiste weg naar het Zuiden te vinden, ze zijn hier in Marokko niet echt scheutig met bewegwijzering en wederom is het de GPS die ons heel wat zorgen bespaart.

We rijden verder en hoe Zuidelijker we komen, hoe mooier het landschap wordt. Dit is het Midden Atlas gebergte maar de omgeving hier doet ons sterk aan Zwitserland denken. Groene glooiende heuvels worden opgevolgd door cederbossen en open weiden waar herders hun schapen hoeden. Tot onze verbazing blijkt hier zelfs een ski gebied te zijn met een echte gondellift.

Kasbah Asmaa, een oase van rust.

Na een poosje verandert het landschap weer. De vlakte wordt droog en dor, de bergen steeds hoger en in de verte zien we de eerste besneeuwde toppen van de Hoge Atlas. De vermoeidheid slaat toe en we zoeken een hotel op in Midelt. Even buiten het stadje ontdekken we een prachtig mooi hotel dat de architectuur heeft van een Kasbah.
Het is net een kasteel met buitenmuren van leem. Ook van binnen is het heel stijlvol ingericht met een ruime salon met zitbanken en aan de wanden hangen kleurige tapijten en schilderijen. De ontvangst is zo hartelijk dat we ons hier direct thuis voelen.

We krijgen een kamer toegewezen op de 1e verdieping en vanuit ons raam kijken we uit op de tuin met een klein zwembad en daarachter alleen maar bruine bergen. We hangen wat rond in de omgeving en dan is het tijd voor het diner. Het is rustig in het restaurant, op 3 mannen na zijn we de enige gasten vanavond. We nestelen ons op de ruime banken en genieten van een overheerlijk 3-gangen diner bestaande uit soep, couscous en appeltaart.

Onder het eten worden we begeleid met live muziek, tegenover ons zit een muzikant die op een snaarinstrument speelt en Afrikaanse liederen zingt. Het is een heel bijzonder diner zo.

 

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

10 november 2007 - Midelt - Merzouga

Na het ontbijt beginnen we aan deel twee van de reis naar het Zuiden van Marokko. De weg is steil en kronkelig en voert ons dwars door de Hoge Atlas; we zien bruine bergen met besneeuwde toppen, steile afgronden en hier en daar een nomadentent. Deze nomaden leven hier en trekken met hun kudden schapen of geiten van de ene naar de andere vruchtbare plaats.

Voorbij het plaatsje Rich rijden we de vallei van de Ziz binnen met steile hoog oprijzende wanden die door de erosie zijn uitgesleten, een Canyon achtig landschap. Dan gaat het Atlas gebergte over in de woestijn die bestaat uit droge uitgestrekte zand en steenvlaktes met hier en daar een palmenoase. De dorpjes die wij passeren ogen een stuk armer dan in het Noorden en het valt ons op dat de meeste mensen in deze regio een zwarte huid hebben en kroeskrulletjes. De vrouwen dragen kleurige gewaden. Sommige tillen kruiken op hun hoofd, dat hebben we nog niet eerder gezien.

Vanaf het plaatsje Rissani nemen we de nieuwe asfaltweg richting Merzouga en zomaar uit het niets doemen de oranje zandduinen van Erg Chebbi op; onze eindbestemming voor vandaag. Ze steken mooi af tegen het omringende zwartkleurige maanlandschap en de blauwe lucht. We verlaten de asfaltweg en rijden over de onverharde steenvlakte naar de voet van de duinen waar diverse kleinschalige hotels staan. Wij kiezen voor auberge Atlas du Sable en worden hartelijk ontvangen door een medewerker. Vrijwil direct wilt hij ons iets bijzonders laten zien; aan de muur hangt namelijk een foto van de eigenaar van deze auberge met waarschijnlijk de belangrijkste gast die hij ooit heeft gehad; niemand minder dan Brad Pitt. Dat geeft de doorslag, haha.

Het is nog vroeg in de middag en we kunnen onze nieuwsgierigheid niet in bedwang houden en gaan een kijkje nemen bij de duinen. Deze oranje zandduinen zijn 30 kilometer lang, 7 kilometer breed en sommige bereiken een hoogte van maar liefst 250 meter!

Het lopen gaat moeizaam en eigenlijk is het nu te heet om ook maar een stap te zetten, we zijn even vergeten dat we nu toch echt in de Sahara zijn. Er zit niets anders op dan terug te keren naar ons hotel en het op een ander tijdstip nog eens te proberen.
zand, zand, zand en een Jan bij ondergaande zon

Rond 4 uur gaan we weer terug en gelukkig is het nu een stuk minder heet dan vanmiddag. We beklimmen diverse duinen dat niet meevalt in het mulle zand. De zon gaat onder en afhankelijk van het licht krijgen de duinen wisselende kleuren, ronde vormen en prachtige schaduwen. Niet eerder hebben we zulke duinen gezien, echt adembenemend mooi… We kunnen niet stoppen met fotograferen en genieten van de oorverdovende stilte. Wat een rust hier, geen mens te bekennen, heerlijk!!

Pas als de zon helemaal onder is wandelen we terug naar ons hotel. Inmiddels hebben we trek gekregen en we krijgen een heerlijke salade met tajine voorgeschoteld. Dat gaat er wel even in. Na het eten nemen we nog een kijkje buiten want sinds Jordanië weten we hoe veel sterren je kunt zien in de woestijn. En dat is hier ook het geval. Het is aardedonker maar aan de hemel prijken miljoenen sterren en we zien zelfs de melkweg….

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

11 november 2007 - Merzouga - Todra kloof

Het is zes uur in de ochtend als we wederom richting de duinen lopen om de zon op te zien komen. De omgeving hier is zo mooi dat we dit nog een keer willen aanschouwen. We hebben onze trui aangetrokken en dat is maar goed ook want het is behoorlijk fris deze ochtend, hieruit blijkt wel weer dat de nachten in de woestijn koud zijn.

We ploffen neer op een duin en in alle stilte volgen we de zonsopkomst. Heel voorzichtig komen de eerste zonnestralen tevoorschijn en de duinen voor ons worden een voor een verlicht. Telkens veranderen ze van kleur en de schaduwen worden steeds kleiner. Dit blijft adembenemend mooi….

De temperatuur is nu erg aangenaam en we beklimmen de hoogste duin die ruim 250 meter telt. Vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht op de zee van duinen en op de woestijn vlakte van Algerije, dat hier heel dichtbij ligt.

Woestijn maakt dorstig!

Inmiddels zijn onze buiken aan het knorren en we wandelen terug naar de auberge waar we worden verwend met een uitgebreid ontbijt.

Hierna gaan we een kijkje nemen in de Sahara oase Merzouga. Het stadje zelf stelt niet veel voor. Je vindt hier wat huizen, winkels, hotelletjes en echt waar, een Internet café! Buiten lopen mannen rond gehuld in blauwe gewaden (nep-touaregs) die ons een tocht in de woestijn willen aansmeren per dromedaris, quad of jeep. Wij hebben hier echter geen behoefte aan.

In onze reisgids hebben we trouwens gelezen dat Merzouga en omgeving in mei 2006 werd getroffen door een natuurramp. Hevige onweren zorgden ervoor dat twee rivieren buiten hun oevers traden waardoor dertig mensen verdronken en honderden huizen onder water liepen. De getroffen families werden opgevangen in speciale tentenkampen. We kunnen het ons maar moeilijk voorstellen, zoveel water hier in een droge woestijn….

Als we weer bij onze auberge aankomen zijn er vier Spanjaarden gearriveerd.
Ze gaan hier in de duinen oefenen voor Parijs – Dakar en hun motoren maken een hels kabaal.
Het is gedaan met de rust. De magie van de woestijn is verdwenen en daarom besluiten we om de woestijn achter ons te laten en verder te trekken. In een paar uur tijd rijden we naar de Todra kloof waar we aan het einde van de middag een leuk hotel vinden.

terug

Marokkaanse aardewerk

 

12 november 2007 - Todra kloof

Vanochtend zijn we vroeg op pad om de Todra kloof te bekijken. Dit is een smalle kloof met aan weerszijden steile rotswanden van maar liefst 300 meter hoog. De kloof is mooi maar we hebben indrukwekkender kloven gezien. Verder is het hier behoorlijk toeristisch. Er zijn veel opdringerige verkopers en bussen vol toeristen die hier even snel stoppen om een foto te maken en dan in haastig tempo weer vertrekken naar de volgende bezienswaardigheid.

Wij rijden met de auto door de kloof heen en voor we het weten zijn we er al weer uit. De deels onverharde weg gaat verder naar het bergdorpje Tamtattouche dat 40 kilometer verderop ligt. Dit is de hoge Atlas en het domein van de berbers. We zien herders met hun kudden schapen en veel bepakte ezels; het gebruikelijke transportmiddel hier. Dan wordt de weg versperd door vier wandelende “bosjes”. Als we de auto stoppen blijken dit jonge meisjes te zijn die een zware vracht aan kruiden en takjes op hun rug meetorsen. Zodra ze ons zien, staan ze om de auto heen en toveren een stralende lach tevoorschijn. We hebben wat koekjes bij ons en delen die uit, dat hebben ze wel verdiend. Ongelofelijk wat voor zwaar werk deze meisjes doen.

Als we in het dorpje Tamtattouche bij een winkeltje halthouden om wat water te kopen wordt onze auto letterlijk bestormd door zes jonge kinderen. Vooral de jongetjes dragen vieze kleding, sommige lopen op blote voeten en hebben wilde piekharen. Ze drukken hun neuzen tegen het autoraam aan en bedelen door elkaar heen om geld, pennen en snoepgoed.

We maken wat foto’s van de kinderen, ze morren wat, dit is niet echt hun bedoeling maar als ze zichzelf terug zien op het schermpje begint het leuk te worden en gaan ze een voor een in een statige houding staan om te poseren. Dan zien ze dat we een rol biscuit in de auto hebben en ze beginnen er om te roepen. Zodra we er een koekje uithalen duiken de kinderen er als aasgieren tegelijkertijd boven op, elkaar wegduwend om het eerste koekje te bemachtigen. Het lijkt wel alsof ze in jaren niet hebben gegeten...

Tot onze verbazing stoppen ze de koekjes direct in hun broekzak en bedelen verder om meer. Het is mooi geweest, we gaan weer verder. Met moeite laten de kinderen ons gaan, ze rennen zelfs nog een stuk achter de auto aan. Pff, het is duidelijk dat ze hier vaker wat krijgen van de toeristen.

Een stukje verderop parkeren we de auto langs de kant van de weg om een wandeling te maken. De omgeving hier is mooi; een grote open vlakte met bijzondere uitgesleten rotsformaties. Binnen een paar minuten loopt er uit het niets een jongetje van een jaar of acht achter ons aan en hij is vastbesloten ons niet meer uit het oog te verliezen. In stilte volgt hij ons, blijkbaar heeft hij niks anders te doen.

begin vd Todra-kloof

We beklimmen diverse rotsen en genieten van de omgeving hier. Onze kleine vriend geeft mij een hand als het steil wordt maar blijft verder zwijgen. Hij wijst naar een huisje dat even verderop staat, blijkbaar woont hij daar. Twee uur lang wandelen we in de rondte met de jongen in onze kielzog en dan gaan we weer terug naar ons hotel.

In de middag rijden we naar een uitkijkpunt waar we een mooi uitzicht hebben op het dorpje Ait-Boujane en een enorme palmentuin waar onder andere dadels, olijven en gerst wordt verbouwd. We dalen af in de palmen tuin en komen terecht in een totaal andere wereld. Een groen labyrint van smalle zandpaden en ontelbare irrigatiekanalen. Deze palmentuin krijgt zijn water via een rivier in de buurt en dit water wordt via een vernuftig irrigatiesysteem verdeeld.

We wandelen wat rond, overal zijn mensen op het land aan het werk. Ze slaan met takken tegen de bomen aan en verzamelen de olijven die op de grond vallen. Anderen zijn aan het oogsten en stouwen hun ezels vol met gerst. De mensen hier zijn bijzonder vriendelijk, ze groeten ons uitgebreid en ik word uitgenodigd om mee te helpen oogsten. Tot grote pret van de vrouwen doe ik het natuurlijk helemaal verkeerd en ik ben veel te langzaam maar het is leuk om op deze manier kennis te maken met het echte dagelijkse leven. Dan begint het te schemeren en gaan we terug naar het hotel om te genieten van een overheerlijk couscous schotel.

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

13 november 2007 - Todra kloof - Ait Benhaddou

Vandaag rijden we de “route van de duizend kashba’s” die dwars door de vallei van de Dades voert. Overal in het Zuiden van Marokko vind je namelijk restanten van kashba’s.

Een kashba is een indrukwekkend bruinkleurig bouwwerk gemaakt van aarde, water en stro. Je kunt ze vergelijken met een middeleeuws kasteel. Ze hebben een vierkante vorm met op elke hoek een mooi gedecoreerde toren. Rondom de kashba staan vaak diverse woonhuizen en het complex wordt afgeschermd met een verdedigingsmuur. Vroeger werden de kashba’s bewoond door families van aanzien en ze boden bescherming tegen bedreigingen van buitenaf. Tegenwoordig zijn de meeste kashba’s verlaten. Ze staan her en der verspreid in het fraaie landschap en de meeste zijn in verre staat van verval.

Ons einddoel voor vandaag is Ait Benhaddou, de best bewaart gebleven kashba van Marokko. Unesco heeft dit bouwwerk opgenomen op de werelderfgoedlijst en diverse restauraties uitgevoerd.

Mohamed de aardige gastheer van de Auberge

Maar voor we dit complex bezoeken gaan we op zoek naar een slaapplaats in de buurt van Ait Benhaddou en we komen uit bij de kleinschalige auberge Tomboctou. Mohamed, de eigenaar, ontvangt ons alsof hij in geen jaren gasten heeft gehad. Hij is erg vriendelijk en schotelt ons direct een glaasje muntthee voor.

De kamers zijn eenvoudig en elektra is hier niet, alles gaat met kaarsjes, maar dat is romantiek aldus Mohamed. Hij is erg trots op zijn auberge die hij begin van dit jaar samen met zijn vader heeft verbouwd. Zijn auberge staat een paar kilometer buiten het dorp, in the middle of nowhere, en het is hier heerlijk rustig. We besluiten dus om te blijven.

Mohamed is in zijn nopjes en we proberen een gesprek te voeren in een mengelmoes van Frans, Engels, Arabisch en Berbers. Mohamed vertelt dat zijn broer heeft meegespeeld als figurant (local market man) in de film Gladiator die gedeeltelijk is opgenomen bij Ait Benhaddou. Aan de muur bij de balie in zijn auberge hangt een foto van de filmset naast het deelnemerspasje van zijn broer. Het was een gigantische happening, het decor heeft hier een half jaar gestaan en deze filmproductie bood werk aan honderden mensen uit de omgeving. Ze kregen maar liefst € 40,- per dag, voor daar is dat een best redelijk bedrag. Dan vraagt Mohamed wat we die avond willen eten. Wij kiezen steevast weer voor couscous, lekker en veilig. Mohamed gaat boodschappen doen voor het avondeten en wij besluiten om Ait- Benhaddou te bezoeken.

We parkeren de auto in het nabijgelegen dorpje en bereiken de kashba te voet. Vooral de eerste aanblik is onvergetelijk en wederom wanen we ons terug in de middeleeuwen. Het is alleen jammer dat het zo bewolkt is vandaag maar morgen hebben we een herkansing om dit bouwwerk met een blauwe lucht te zien. We slenteren door de smalle straatjes en trappetjes en bewonderen de aparte bouwstijl, ondertussen de verkopers negerend die ons van alles en nog wat aan willen smeren. Ait Benhaddou wordt regelmatig als filmlocatie gebruikt, naast Gladiator zijn hier ook de films Jewel of the Nile, Jesus of Nazareth en Asterix en Obelix deels opgenomen. Inmiddels snappen we wel waarom.

Na het bezoek gaan we terug naar de Auberge en daar blijken we niet de enige gasten te zijn. Er zijn diverse Fransen gearriveerd. Om half acht is het etenstijd en we gaan naar het restaurantje. De ruimte is klein en donker (ook hier geen elektra) maar overal staan kaarsjes wat het extra knus maakt. Wij delen onze tafel met een Frans drietal, twee meiden en een jongen, alle drie midden twintig. Twee van hen spreken erg goed Engels, de jongen heeft maanden in Engeland gewoond en de ander heeft een jaar in Australie rondgetrokken. Ze kennen elkaar van hun studententijd en hadden toen voorgenomen om ooit eens een backpack reis met elkaar te gaan maken. En dus reizen ze nu low budget door Marokko en overnachten ze in hun slaapzakken in de open berbertent in de tuin van de auberge...

Mohamed dient de eerste gang op, we krijgen Harira voorgeschoteld, dikke soep gevuld met vlees, groenten, rijst en kruiden, en het smaakt echt voortreffelijk. Dan volgt de cous cous en dit wordt de lekkerste die we tot nu toe hebben gegeten. Als toetje krijgen we fruit. We hebben aangenaam gezelschap en wisselen onze ervaringen uit betreffende reizen. Dan komt Mohamed bij ons zitten. Hij heeft een trommel opgesnort en begint spontaan heel enthousiast te trommelen en niet lang daarna te zingen. Het klinkt erg goed. Zijn vrouw begeleidt hem met een andere trommel.

Buiten op het terrein van de auberge staat een camper waarin een Frans echtpaar samen met hun zoontje verblijven. Zij hebben hun accordeon en klarinet meegenomen en ook die worden tevoorschijn gehaald. Zo hebben we onverwachts een hele gezellige muzikale avond!!

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

14 november 2007 - Ait Benhaddou - Marrakech

Vanmorgen staan we vroeg op en na een vrij machtig ontbijt bestaande uit pannenkoeken, eieren, brood en honing nemen we afscheid van Mohamed en de vriendelijke Franse reizigers. Het voelt raar om afscheid te nemen van deze mensen en dat terwijl we maar zo kort samen zijn geweest. Het was een bijzondere avond gisteren en we kunnen iedereen een overnachting in de auberge van Mohamed van harte aanbevelen.

Vandaag is het opperzonnig en in alle vroegte gaan we nogmaals Ait Bennadouh bekijken. En daar krijgen we zeker geen spijt van. De roodbruine kashba steekt echt prachtig af tegen de strakblauwe hemel. Bovendien kunnen we in alle rust rondslenteren zonder dat ons pad word gekruist door overijverige verkopers of een buslading toeristen.

Ait Benhaddou

Rond half 10 vertrekken we richting Marrakech. De route van vandaag gaat via de Hoge Atlas over de 2300 meter hoge Tizi-n-Tichka pas, de hoogste bergpas van Marokko. De weg zit vol haarspeldbochten maar de uitzichten op de kale roodbruine bergen en kleine dorpjes zijn erg mooi.

Langs deze weg is de concentratie kamikaze verkopers erg hoog. Ze staan bijna bij elke bocht die enigsinds een mooi uitzicht biedt op de vallei. Met veel armgebaren springen ze als kamikaze de weg op en proberen je tot stoppen te dwingen om zodoende hun stenen aan je te slijten. De stenen die ze verkopen zien er allemaal even fraai en hetzelfde uit. Kortom ze verkopen allemaal exact dezelfde opengesneden "stenen" met aan de binnenkant felrode/oranje ogende "kristallen". Het zal je dan ook niet verbazen dat het allemaal "made in Taiwan" is. Uit het feit dat ze hier allemaal staan kunnen we op maken dat ze toch regelmatig toeristen tot staan weten te brengen en "mineralen" verkopen.

Als een geoefende coureur ontwijkt Jan met veel behendigheid de kamikaze verkopers, die dan teleurgesteld en nog steeds armzwaaiend achterblijven. Misschien nog een tip; huur geen kleine nieuwe auto want daar rijden alleen toeristen in. Marokkanen zelf rijden in een dikke oude Mercedes, een middeleeuwse Renault of een prehistorische Peugeot (model station van begin jaren 70, vaal beige-kleurig).

In de loop van de middag arriveren we in de miljoenenstad Marrakech en we zitten met onze gps op schoot om niet vreselijk te verdwalen. Inmiddels hebben we niet veel vertrouwen in de bewegwijzering hier. Rondom onze auto is het een gekrioel van voetgangers, fietsers, brommers, ezels, auto’s, vrachtauto's en bussen. De voertuigen die groter zijn dan onze auto, en dat is bijna alles, vinden dat zij meer recht hebben op voorrang. Na heel wat verkeers-geworstel, en niet nader te noemen krachttermen, ontwaart daar plots een bordje richting vliegveld. Dit is dan ook tevens het enige bordje dat we tegenkomen. Na wat zigzaggen bereiken we dan uiteindelijk zonder kleerscheuren het vliegveld, dat slechts op 4 kilometer vanaf het stadscentrum ligt.

We parkeren onze auto nabij de vertrekterminal en nemen een petit taxi terug naar de stad. In de nieuwe wijk Gueliz kiezen we een redelijk luxe hotel uit voor de laatste 2 nachten. Afgelopen nacht hebben we niet echt lekker geslapen en we zijn redelijk moe na de intensieve autorit met ingebouwd ontwijkspelletje. We blijven vanmiddag in ons hotel steken. ’s Avonds genieten we van een bord, bijna Italiaanse, spaghetti en een glas, bijna Zuid Afrikaans smakende, rode wijn. Doorgaans is Alcohol moeilijk verkrijgbaar in Marokko. En het is weer eens wat anders dan couscous of tajine met muntthee.


terug

Marokkaanse aardewerk

 

15 november 2007 - Marrakech

Onze laatste vakantiedag staat in het teken van het bezoeken van Marrakech en na het ontbijt wandelen we richting de oude medina. Langs de kant van de weg staan tientallen taxi’s en paardenkoetsen om de hordes toeristen te vervoeren. En die zijn hier toch wel in groten getale neergestreken. Nog niet eerder hebben we zo’n hoge concentratie witneuzen gezien tijdens onze Marokko reis.

Al snel zijn we bij het beroemde plein Jemaa-el-Fna in het oude centrum van de stad. Vroeger werden op dit plein misdadigers onthoofd. Tegenwoordig gaat het er heel wat vriendelijker aan toe. Er staan tientallen kraampjes waar voornamelijk sinaasappelen en gedroogde vruchten worden verkocht.

 

Op de grond zitten hier en daar slangenbezweerders die schijnbaar door de psygedelische fluittonen de slangen in bewang houden, en het moet gezegd, niet alleen de slangen worden er gek van.

Vrouwen komen regelmatig op ons afgesneld en proberen henna aan te brengen.

Waterverkopers gehuld in Peruaans aandoende kledij versperren ons de weg in de hoop dat we water kopen, of nog beter, een foto van ze willen maken waar ze nadien astronomische bedragen voor durven te vragen

In de souk

’s Avonds komt dit plein pas echt tot leven. Dan komen hier honderden mensen samen om te eten en te drinken bij een van de rokerige barbecuekraampjes. Het plein zelf verandert dan in een grote arena vol met muzikanten, dansers, toekomstvoorspellers, tandentrekkers en slangenbezweerders...

Wij ontvluchten al snel het toeristische plein en duiken de soeks in. Net als in Fes heeft ook hier elke ambacht zijn eigen straat. De verkopers hier zijn redelijk opdringerig, ze proberen je hun winkeltje in te lokken en zijn ervan overtuigd dat hun product uniek is en dat jij dat moet kopen. Doe je dit niet dan ogen ze al snel een stuk minder vriendelijk.

We dwalen een tijdje door de medina en trekken allebei dezelfde conclusie; hier komen te veel toeristen, er zijn te veel opdringerige mensen en te weinig “echt” straatleven zoals we dat toch wel hebben gezien in Chefchaouen, Fes en andere stadjes. In onze ogen is zeker de binnenstad van Marrakech een grote toeristenkermis. Misschien zijn we verwend en hadden we te hoge verwachtingen van deze stad?

 

terug

Marokkaanse aardewerk

 

16 november 2007 - Marrakech - Amsterdam

Onze reis door Marokko zit er helaas weer op en we maken ons klaar om naar het vliegveld te vertrekken. Vandaag vliegen we via Madrid terug naar het koude Nederland. We hebben ons prima vermaakt in het kleurrijke Marokko. Niet ver van huis kom je in een totaal andere wereld terecht..

terug

 

Marokkaanse aardewerk