14 oktober
Amsterdam-Amman
15 oktober Amman-Jerash, Dode Zee
16 oktober Kings highway-Mount Nebo, Karak, Madaba, Dana
17 oktober Dana-Wadi Musa, Petra by Night
18 oktober Petra
19 oktober Wadi Musa-Wadi Rum
20 oktober Wadi Rum
21 oktober Wadi Rum-Akaba
22 oktober Akaba-Amman-Amsterdam



 

 

 

 


14 oktober - Amsterdam-Amman

Jordanië ? Waar ligt dat?? Wat moeten jullie daar nu doen??
Is het daar niet gevaarlijk dan??

Dit zijn een paar reacties die wij ontvangen als we aan bekenden vertellen dat we Jordanië als onze volgende vakantie bestemming hebben uitgekozen. En het is waar, er bestaan zeer veel vooroordelen over het Midden Oosten en de islam in het algemeen. Ook is het al een lange tijd onrustig in deze regio. In het nieuws hoor je alleen maar de negatieve dingen en dat maakt ons toch nieuwsgierig naar de andere kant….

Vooraf twijfelen we heel erg hoe we deze reis gaan maken. Het liefst willen we, zoals we gewend zijn, een ticket kopen en op de bonnefooi rondreizen maar we hebben onze bedenkingen.

Het schijnt niet eenvoudig te zijn om het land met openbaar vervoer te bereizen als je slechts 9 dagen de tijd hebt. Een los vliegticket is prijzig evenals een huurauto en we moeten eerlijk zijn, ook wij hebben geen idee hoe het Midden Oosten ons zal bevallen. Uiteindelijk besluiten we om voor de eerste keer in ons leven een groepsreis te maken.

We kiezen voor Koning Aap omdat het programma ons het meest aanspreekt in vergelijking met andere organisaties en vooral ook omdat je hier veel individuele vrijheid hebt.

En dan is het eindelijk zover. Vandaag om 14.00 uur vliegen we met Royal Jordanian Airlines naar Amman, de hoofdstad van Jordanië. De vlucht duurt slechts 4,5 uur en gaat redelijk snel voorbij. Om 18.30 uur komen we in Amman aan en deze keer hebben we geen tijdverschil, ook wel eens lekker!

Op het vliegveld worden we opgewacht door Arjo, onze reisbegeleider voor deze 9 dagen en Lana, onze Jordaanse gids. Het toerisme in Jordanië is in handen van de overheid en groepen die hier rondreizen krijgen verplicht een Jordaanse gids toegewezen. We hadden het niet beter kunnen treffen, Arjo en Lana zijn 2 jonge mensen die beiden zeer enthousiast zijn en veel weten over het land.

Met de bus rijden we naar het Carlton hotel waar we ons opfrissen en daarna gaan we in Amman wat eten. We zitten middenin het “toeristische rijke” gedeelte en dit komt behoorlijk Westers op ons over. Het restaurant ligt slechts 2 minuten lopen van ons hotel dus een echte indruk van Amman hebben we nog niet. Hier maken we wel kennis met onze medereizigers. We kletsen wat, eten een echte Westerse maaltijd (patat met kip en hamburger) en duiken daarna ons bed in.

 


15 oktober - Amman-Jerash, Dode Zee


Allah akbar - Allah akbar – Allah akbar- Allah akbar.

Het is nog vroeg, heel vroeg als de muezzin de gelovigen oproept tot het eerste gebed. Ik word er wakker van en luister rechtop in bed naar deze oproep maar versta er praktisch niks van. De tekst wordt gezongen en het lijkt eerder alsof er een feestje gaande is dan een oproep tot gebed….. Ik vind het te vroeg om op te staan (het is net half 5 geweest) en dommel weer in slaap. 7 uur is een betere tijd en na het ontbijt vertrekken we met de bus naar Jerash.

Jerash ligt slechts een klein uurtje rijden vanaf Amman en is een van de best bewaard gebleven Romeinse steden ter wereld. Het was een rijke, welvarende stad die in de 3e eeuw op haar hoogtepunt was totdat het verwoest werd door diverse oorlogen en aardbevingen. Rond 1920 is er een begin gemaakt aan de opgravingen en daar zijn ze nu nog steeds druk mee bezig.

We hebben hier een paar uur de tijd en Jan en ik besluiten om zelfstandig Jerash te verkennen. We dwalen door de oude stad en zien prachtige zuilen, triomfbogen, overblijfselen van tempels en een forum. Het kost weinig moeite om je voor te stellen hoe het leven er hier vroeger heeft uitgezien….

Als laatste bezoeken we een indrukwekkend halfcirkelig theater wat erg goed bewaard is gebleven. Hier staan 5 mannen gehuld in traditionele kleding van de woestijn politie muziek te maken. De één blaast op een doedelzak, een ander trommelt er hevig op los en weer een ander is aan het klappen. Het klinkt erg mooi en we blijven luisteren. Zodra ze uitgespeeld zijn verdwijnen de overige toeristen en blijven Jan en ik alleen in het theater achter. De mannen zijn nieuwsgierig en begroeten ons vriendelijk met een “Welcom to Jordan”, iets wat we nog veel zullen horen deze reis. Ze willen van alles van ons weten en wensen ons veel plezier toe in de rest van het land.

Aan het begin van de middag stappen we weer in de bus en rijden we naar de Dode Zee.
Deze zee ligt ruim 400 meter onder zeeniveau en is hiermee het laagste punt ter wereld.
Het water heeft een extreem hoog zoutgehalte en hierdoor is er geen leven in deze zee mogelijk. Dit hoge zoutgehalte zorgt er ook voor dat je automatisch blijft drijven en uiteraard moeten we dit even proberen. Jan laat zich gelijk achterover vallen en dobbert vrolijk in de rondte terwijl hij een krantje leest. Ik volg zijn voorbeeld en laat me heel voorzichtig in het water zakken. En ja hoor, zelfs ik blijf drijven. Een hele bijzondere en vooral rare ervaring.

Jan heeft inmiddels de smaak te pakken en probeert de schoolslag te doen. Dat ziet er niet uit, zijn onderbenen en voeten steken boven het water uit en hij komt geen steek vooruit...

Mijn hele lichaam begint inmiddels te prikken van het zoute water (ik ben zo slim geweest om me een dag van te voren te scheren, NIET DOEN dus!).

Als het ergste geprik weg is smeer ik me van top tot teen teen in met de modder die op de bodem van de zee ligt en een heilzame werking schijnt te hebben. Ik laat de modder even intrekken en spoel me daarna af onder de douches op het strand. Ik voel met nog niet als herboren maar heb nu wel een superzacht baby-huidje!!

Inmiddels loopt het al tegen vijf uur en na een prachtige zonsondergang rijden we terug naar Amman. Het is tijd om wat van de stad te gaan zien!

We nemen een taxi naar “Down Town Amman” en onderweg komen we Arjo en medereizigers Henk en Helen tegen. Met zijn vijven gaan we op pad. Het is wel even wennen, hier in Amman.Op straat zien we bijna alleen maar mannen en de weinige vrouwen die er rondlopen zijn helemaal “ingepakt”. Verder is het hier een hele uitdaging om levend de weg over te steken. Dit was in Thailand al een avontuur maar daar stopten ze uiteindelijk nog wel voor ons, hier in Amman zijn we bijna getransformeerd tot platte kikkertjes.

We kopen een lekkere vruchtenshake en eten op straat een overheerlijk “pannenkoek” gevuld met shoarma vlees, saus en groenten. We bekijken het amfi theater wat nu helaas gesloten is, bewonderen een grote moskee die spookachtig mooi verlicht is en we slenteren langs de vele winkeltjes en marktkraampjes waar kruiden, noten, groenten, fruit, vlees, vis, veel zoetigheden, huishoudspulletjes en souvenirs worden verkocht.

We hebben dorst gekregen en Arjo neemt ons mee naar een Arabisch theehuis.
Van buiten zou je echt niet zeggen dit een theehuis is, maar als we een steile trap oplopen belanden we boven in een grote donkere “zaal” waar alleen maar mannen zitten. Ze sabbelen aan een waterpijp, spelen kaartspelletjes en backgammon. Als wij binnenkomen kijken ze even verbaasd op maar gaan daarna weer verder met hun bezigheden. Arjo heeft ons vooraf gewaarschuwd dat wij (Helen en ik) misschien niet welkom zouden zijn of met de nek zouden worden aangekeken, zeker in verband met de ramadan, maar er is niemand die ons de toegang weigert. We ploffen neer en bestellen heerlijke zoete thee en Arabische koffie. Arjo vermaakt ons ondertussen met zijn ervaringen over reizen in het Midden Oosten. Hierna is het mooi geweest voor vandaag en enigsinds vermoeid maar voldaan nemen we weer een taxi terug naar ons hotel.

Arjo, Helen en Henk stappen in de eerste taxi die aankomt rijden, wij houden al snel een tweede aan en Jan zegt tegen de chauffeur de taxi voor ons te volgen. Terstond vraagt hij wel waar we heen moeten en wij geven het kaartje waar ons hotel op staat. Hij kent het. De rit begint. Na een tiental minuten rijden vraagt de chaffeur enigsinds paniekerig "friends?" en wijst naar de auto voor ons, "yes our friends, follow to our Hotel" dan vraagt hij er snel achteraan "to Hotel?", "yes to Hotel", plots stopt de chauffeur met het volgen van de taxi voor ons en slaat af naar rechts en neemt een rotonde... hmm ondertussen weet ik ook niet meer zeker of het de juiste taxi was die we volgden, maar dan zegt de chauffeur "Hotel thirth circle" , "yes, thirth circle", . Inderdaad ons hotel ligt bij de derde rotonde en enige momenten later komt ons hotel in zicht. We stappen uit en geven de chauffeur een fooitje. Na een drietal minuten komt ook de taxi met de anderen voorrijden, door het geklets in hun taxi hadden ze een afslag gemist, gelukkig is onze chauffeur oplettend geweest.... hahaha





16 oktober - Kings highway-Mount Nebo, Karak, Madaba, Dana

De “Kings Highway” is een autoweg die start in Amman en die eindigt bij de stad Akaba in het Zuiden van Jordanië. Het is een zeer oude handelsweg die al in de bijbel wordt genoemd en hij voert door een prachtig landschap langs diverse bezienswaardigheden.

Wij vertrekken om 09.00 uur uit ons hotel om een groot gedeelte van deze weg te volgen. Het is zondag vandaag en dat betekent dat de mensen weer aan het werk gaan en de scholen weer beginnen. In islamitische landen is vrijdag de dag dat de mensen vrij zijn en een bezoek brengen aan de moskee. Er lopen veel kinderen langs de kant van de weg die op pad zijn naar school.

Ze lachen en zwaaien uitbundig als onze bus voorbij rijdt. Het uniform dat ze dragen geeft aan in welke klas ze zitten. De klassen zijn niet gemengd, de kinderen gaan naar aparte jongens en meisjes scholen.

Onze eerste stop is bij Madaba. Hier willen we een kerk bezoeken maar daar is net een dienst gaande vandaar dat we doorrijden naar Mount Nebo. Vanaf deze berg keek Mozes uit over het beloofde land en hij zou hier ook op 120-jarige leeftijd overleden en begraven zijn. Je kunt vanaf deze berg inderdaad heel ver kijken en bij helder weer moet je zelfs Bethlehem en Jerusalem kunnen zien liggen. Er staat ook een bruin “monument” dat het kruis van Jezus met de staf van Mozes moet voorstellen. Verder is hier nog een kerkje waar toevallig ook een dienst gaande is. We mogen hier wel naar binnen en bekijken een mozaïek dat op de vloer ligt.

Hierna rijden we weer terug naar Madaba. Madaba is een oude bijbelse plaats en momenteel telt deze stad ongeveer 30.000 inwoners. Het grootste gedeelte van de inwoners is Christelijk en dat is heel bijzonder aangezien 95% van de bevolking van Jordanië islamitisch is. In Madaba bezoeken we een Grieks-orthodoxe kerk waar we een mozaïek bewonderen die een landkaart van Palestina voorstelt. Het mozaïek stamt uit het jaartal +/- 550 en bestaat uit duizenden kleine steentjes. Veel plaatsen die hierop genoemd worden bestaan nu nog steeds.

Na deze stop vervolgen we de Kings Highway dwars door de Wadi Mujib.
De steile weg loopt via haarspeldbochten naar beneden en we rijden door een prachtig maar zeer droog landschap. We eindigen in de stad Karak waar we een oud kruisvaarderskasteel bezoeken die in 1132 werd gebouwd. Reynald de Chatillon was de beruchtste en meest bekende Heer, vriendelijk was hij echter niet want hij liet gevangenen van de rotsen naar beneden gooien, een val van bijna 1000 meter die je absoluut niet overleefde! Het kasteel van Karak was zo strategisch gebouwd dat hij onneembaar was maar uiteindelijk is de vesting toch gevallen. Het schijnt dat de kruisvaarders zichzelf hebben overgegeven omdat ze uitgehongerd en uitgedroogd waren; er was namelijk geen waterput aanwezig…..

Na het bezoek aan het kasteel rijden we verder naar het natuur reservaat Dana. Hier gaan we de nacht in tenten doorbrengen. Het is donker als we bij het Dana Guesthouse aankomen en bovendien ook erg koud!

De bus kan hier niet verder rijden dus we wachten op een speciale terreinwagen die ons op komt halen. Het is echt steenkoud buiten en we vluchten naar het kleine info- centrum waar we een half uurtje wachten en warm worden van de thee die we aangeboden krijgen.

Dan arriveert de “Dana shuttle bus”. Echt groot is hij niet maar we willen hoe dan ook allemaal in een keer mee naar beneden, want het is koud hierboven, dus dat wordt stapelen. Vraag niet hoe, maar het is gelukt. 20 man inclusief bagage in 1 truck! We kunnen ons niet meer bewegen, zo klem zitten we en het gevoel in mijn been is helemaal weg maar we komen veilig beneden en we zijn nog vreselijk melig geworden ook. Goed voor de groep-spirit, hahaha!

Ons kamp bestaat uit witte drie persoons tenten en we hebben zelfs de beschikking over een douche en wc! Inmiddels is er voor ons gekookt en we kunnen zo aanschuiven. Hierna rollen we onze tent in. Het is mooi geweest voor vandaag, we hebben een hoop indrukken opgedaan……




17 oktober - Dana-Wadi Musa, Petra by Night

Als ik onze tent uitkruip zie ik eindelijk in wat voor prachtige omgeving we geslapen hebben vannacht. Dana is een beschermd natuurgebied waar honderden vogels, reptielen en andere diersoorten leven en de omgeving is werkelijk schitterend. Overal om ons heen zijn bergen en rotspartijen. Na het ontbijt gaan de meeste van onze groep een wandeling maken naar het dorpje Dana, wij gaan echter niet mee omdat Jan last heeft van zijn buik.

We vermaken ons een paar uur rondom ons tentenkamp en dat is zeker geen straf, het is heerlijk om hier rond te wandelen en van het uitzicht te genieten.


Om 11 uur vertrekken we met de bus naar het dorpje Dana. Dit is een verlaten dorpje gebouwd in traditionele Jordaanse steil. Koningin Noor heeft een project opgezet om de mensen weer terug te laten keren naar hun huizen en vrouwen verkopen hier nu hun zelfgemaakte sieraden etc. Vanaf Dana rijden we naar Wadi Musa, een toeristisch plaatsje nabij de verborgen stad Petra.

Omdat we in Jordanië zijn moeten we natuurlijk ook het nationale gerecht van het land proberen, Mansaf genaamd. Dit is in yoghurt gekookt lamsvlees en/of kip met rijst en noten. Het is lekker maar ik had er eerlijk gezegd meer van verwacht, misschien komt dit omdat het in ons hotel is klaargemaakt?

Na het eten vertrekken we met 5 taxi’s naar de ruïnestad Petra. We hebben erg veel geluk want vanavond is er Petra by night en dat willen we natuurlijk niet missen. Voor de rotskloof (ook wel siq genoemd) houden we halt en daar krijgen we instructies van een Bedoeïen. Vervolgens lopen we zonder een woord te zeggen in een lange rij achter elkaar aan door de Siq heen. Aan beide kanten van het pad staan honderden kaarsjes met papieren zakken erom heen die een heel sfeervol licht geven. Boven ons schijnt de volle maan. De weg door de kloof is smal en bochtig en op sommige plekken zijn de wanden wel 200 meter hoog.

Na iedere bocht verwachten we een glimp op te vangen van de Al Khazneh maar de kloof is lang…Totdat hij daar eindelijk is…..eerst zien we hem voor een deel en als we verder lopen verschijnt hij in volle pracht, de Al Khazneh, de schatkamer. Een prachtig bouwwerk uitgehakt in de rotsen. Het binnenplaatsje is verlicht met honderden kaarsjes.

We nemen plaats op de grond en genieten van deze mysterieuze aanblik terwijl we een kopje thee krijgen van de Bedoeïenen. Als iedereen zit komt er een man tevoorschijn in een spookachtig wit gewaad en hij begint minutenlang te fluiten, prachtig, het kippenvel staat over mijn hele lijf. Hierna zingen 6 bedoeïenen een traditioneel bruiloftslied.

Dan is de show afgelopen en als een van de laatste verlaten we met veel moeite Petra. Wat een geweldige eerste kennismaking met deze verborgen stad, we kunnen niet wachten om morgen bij daglicht de rest te zien!





18 oktober - Petra

Stipt 8.00 uur staan we ongeduldig te trappelen voor de ingang van Petra. We willen zo snel mogelijk naar binnen om ook de rest van dit complex te gaan ontdekken.

Na wat bureaucratische rompslomp waarbij Arjo bijna ontploft van irritatie (iedereen moet een formulier invullen met al zijn/haar persoonlijke gegevens) mogen we eindelijk doorlopen.

Jan en ik besluiten om ook vandaag zonder de groep Petra te bekijken. Als we weer door de Siq heenlopen zien we pas goed hoe rood/roze het gesteente hier is en ook onze 2e blik op de Al-Khazneh is adembenemend. Nu kunnen we hem echt bewonderen.

Dit bouwwerk is 40 meter hoog en 25 meter breed en telt 2 verdiepingen. In het midden is een soort miniatuurgebouwtje wat vol kogelgaten zit. De bedoeïenen dachten dat hierin schatten verborgen zaten en probeerden het kapot te schieten...

Dat lukte niet, maar het gebouw heeft hieraan wel zijn naam te danken. Men vermoedt dat dit bouwwerk het graf is van een van de laatste Nabateeer koningen.. Petra is namelijk de oude hoofdstad van de Nabateeers.

Dit nomadenvolk heeft deze stad rond de 3e eeuw voor Christus gebouwd, diep verborgen in een rotsgebergte. De stad kan alleen maar bereikt worden via de nauwe rotskloof.
Petra (wat het Griekse woord is voor rots) ontwikkelde zich tot een drukke rijke handelsstad en lag op de route van meerdere karavanenroutes. Op zijn hoogtepunt moet Petra +/- 40.000 inwoners hebben geteld.

Terwijl we door Petra lopen probeer ik me voor te stellen hoe het hier vroeger was. Het moet een drukte van belang geweest zijn….

We vervolgen onze weg en komen langs de restanten van een in rotsen uitgehouwen theater wat plaats bood aan +/- 7000 mensen. Verder zien we de koningswand met indrukwekkende grafmonumenten, meer tombes en de oude hoofdstraat. Dit was vroeger het centrum van de stad met winkels, tempels, paleizen en overige openbare gebouwen.

We besluiten om naar het klooster te gaan, ook wel Ad-Deir genoemd.

Het is een vermoeiende klim naar boven via 800 treden. Het is mogelijk om op een ezeltje naar boven te gaan maar dat weigeren we, we willen het op eigen kracht doen.

Onderweg pauzeren we diverse keren bij de bedoeïenen die langs het pad zitten en hier hun spulletjes proberen te verkopen. Een meisje ziet mijn vermoeiende gezicht en bied me zoete thee aan waarvan ik direct weer energie krijg om door te gaan. Eenmaal boven blijkt dat de klim de moeite meer dan waard is geweest, het klooster is werkelijk prachtig.

De bouwstijl is hetzelfde als Al-Khazneh maar het gebouw is groter.

We blijven hier ruim een uur genieten van het uitzicht (en van de lekkere zoete thee) en gaan dan weer op ons gemakje naar beneden.

Inmiddels loopt het al tegen half 4 en het is mooi geweest voor vandaag, we nemen een taxi terug naar ons hotel. Jan heeft nog steeds last van zijn buik en besteld alleen wat droge rijst, ik hou het simpel bij rijst en een stukje kip. Groot is onze verbazing dan ook als binnen 5 minuten meer dan 8 schalen op tafel staan met verschillende soorten salades, vlees, patatjes en jawel, wat rijst. Dit was niet de bedoeling. Maar ja, we eten op wat we lusten en betalen de vooraf afgesproken prijs voor “alleen de rijst”.





19 oktober - Wadi Musa-Wadi Rum

Het is half 6 ‘s morgens als we wakker schrikken van de telefoon. “Wake-up Call”.

Met moeite klimmen we ons bed uit. We moeten vroeg op vandaag want we gaan naar de Wadi Rum, een woestijn in het Zuiden van Jordanië. Vanaf Wadi Musa is het ongeveer 2 uur rijden en dan stappen we over in stoere jeeps. Wij zijn er klaar voor.

We verlaten de verharde weg en gaan de woestijn in en ik weet niet wat ik zie.

Wat een prachtig landschap!!!! Nooit geweten dat een woestijn zo mooi kon zijn.

Deze woestijn wordt ook wel “Valley of the Moon”genoemd en ik snap nu wel waarom, het lijkt wel buitenaards…. Het bestaat uit de meest bizarre rotsformaties, bergen en zandduinen in verschillende kleuren rood, oranje en geel. De lucht is felblauw, het is praktisch onbewolkt en dit zorgt voor een mooi contrast.

Onderweg stoppen we diverse malen om muurschilderingen te bekijken, om een hoge oranje zandduin te beklimmen en om te lunchen.

We worden goed verzorgd want we krijgen lekkere zoete thee met brood, tonijnsalade en verse ui, tomaat en komkommer. 's Middags maken we een korte wandeling en gaan we op zoek naar de Oryx, de Arabische spiesbok. Er zijn 10 van deze zeldzame dieren uitgezet en slechts 1 leeft er nog, de anderen zijn op onverklaarbare wijze overleden. Eerst zien we 2 dode exemplaren en we hebben geluk want even later kunnen we van een afstandje de enige nog levende Oryx bewonderen. Het is een prachtig dier met grote steile horens.

Hierna lopen we naar onze slaapplaats voor vannacht, het bedoeïenenkamp van onze gids Atallah. Het kamp bestaat uit niet meer dan een paar stokken waar een doek overheen gespannen is. Op de grond liggen matjes waar we op kunnen zitten. Deze keer zijn er geen douches en toiletten. De omgeving hier is prachtig. Er leven nog steeds bedoeïenen in soortgelijke kampen, dieper in de Wadi Rum. De regering doet er alles aan om deze mensen te “temmen” en bieden ze zelfs gratis huisvesting en scholing aan.

Inmiddels loopt het al tegen 5 uur en we klimmen de rotsen op om te genieten van een mooie zonsondergang. Hierna is het tijd om te eten. We krijgen een traditionele maaltijd van aardappel, ui en kip die 2 uur lang in een pot in de grond onder het zand heeft gestoofd. Het is supergaar en smaakt voortreffelijk. Na het eten kletsen we nog wat rond het kampvuur en dan duiken we ons “bed” in. We slapen op een matrasje op de grond onder 3 dekens met onze kleren aan in de open tent. Het is behoorlijk koud en het duurt niet lang voordat ik in slaap val….



20 oktober - Wadi Rum

Ondanks dat we diverse keren wakker worden van de koude wind die in ons gezicht blaast slapen we best wel lekker vannacht. Om kwart over 5 begint het al licht te worden en vanaf ons warme bedje kijken we naar een prachtige zonsopkomst.

Na het ontbijt brengt Atallah de rest van de groep naar het Resthouse vanwaar ze met de bus verder zullen reizen naar Akaba.

Wij hebben echter besloten om samen met Henk en Helen nog een dag en een nacht extra in de Wadi Rum te blijven. Samen met Ali, de neef van Atallah, gaan Jan en ik sporen zoeken in het zand rondom het kamp.

Het is verbazend hoeveel sporen we zien. Ali spreekt geen woord Engels en wij geen woord Arabisch dus het communiceren gaat deze keer met onze handen en voeten.

Met een tak tekent Ali de dieren in het zand waarvan de betreffende sporen zijn. Het zijn afdrukken van vossen, schorpioenen, hagedisjes, vogels en een soort knaagdier. Na een half uurtje zijn we weer bij het kamp en Ali gaat koffie voor ons zetten. Als ik hem met moeite probeer duidelijk te maken dat Jan niet hoeft omdat hij last heeft van zijn buik (diarree) komt hij even later met een gelig kruidenmengseltje aan zetten wat het ideale medicijn moet zijn.

Uit beleefdheid drinkt Jan het brouwseltje met tegenzin op en Henk en Helen krijgen er ook wat van. Helen heeft geen last van haar buik maar zodra ze dit drankje opheeft begint haar buik spontaan te protesteren….dat belooft nog wat…..

Atallah komt inmiddels weer terug en met zijn zessen stappen we in zijn jeep en rijden we verder door het prachtige landschap van de Wadi Rum. Het is zo heerlijk om achterop te zitten, de wind door je haren te voelen en te genieten van alles wat je ziet. En dan die rust en ruimte, het enige wat we tegenkomen zijn wat kamelen en enkele andere jeeps. Onderweg laat Atallah ons een waterbron zien die verstopt zit in de rotsen, een natuurlijke rots-boog, de plek waar de wereldberoemde film “Lawrence of Arabia”is opgenomen en de dam van zijn grootvader die hij geërfd heeft. En dan is het tijd voor thee. Ali maakt een vuurtje, tovert zijn keteltje en glaasjes tevoorschijn en we genieten weer van de mierzoete thee. Drink ik in Nederland mijn thee altijd zonder suiker, hier krijg ik daar geen kans voor en hoe vaker ik het drink, hoe lekkerder ik het ga vinden.

Rond 2 uur is het etenstijd. Ali zorgt weer voor een overheerlijke lunch met, uiteraard, een glaasje thee. Ondertussen laat Atallah ons zijn foto’s zien van zijn bezoek aan Nederland waar hij afgelopen Juli is geweest. Hij krijgt regelmatig Nederlandse gasten te logeren in zijn kamp zodat hij nieuwsgierig is geworden waar al die mensen wel niet vandaan komen. Het is een leuk gezicht om hem in zijn traditionele bedoeïenen kleding op het waagplein in Alkmaar te zien staan.

Plotseling komt er een man in een gewaad op ons af rennen. Hij maakt rare gebaren, roept wat naar Atallah, tijgert dan op ons af en springt op ons kleed. We schrikken ervan.

Het blijkt Ali te zijn die zich stiekem heeft omgekleed en in een jolige bui is. Als Atallah even weg is doet Ali hem op een leuke manier na en maakt rare geluiden en gebaren, we komen niet meer bij van het lachen. Deze man is echt grappig! Ik heb bewondering voor hem. Hij is supervrolijk en verzorgt ons zo goed terwijl hij zelf helemaal niks eet of drinkt omdat hij meedoet aan de Ramadan. Ik weet zeker dat ik niet te genieten zou zijn als ik zijn schoenen zou staan…..

In de namiddag arriveren we bij de White Mountains waar we de nacht gaan doorbrengen. Het is een prachtige plek en deze keer wordt het echt primitief want hier hebben we geen beschutting van een open tent, geen douche en geen wc.

Jan en ik klimmen de rotsen op om te genieten van de zonsondergang en als we weer beneden zijn gaan Henk en Jan op zoek naar hout zodat we een kampvuur kunnen maken. Even later scharen we er ons omheen, de zon is onder en het is al behoorlijk koud aan het worden.

Ali heeft inmiddels soep gemaakt van wortel, ui, tomaat, en bonen en het smaakt voortreffelijk. Hierna krijgen we kip van de “barbecue”. Deze maaltijd smaakt zoveel lekkerder als al die buffetten in die luxe hotels!

Na het eten begint het echt koud te worden en we kruipen onder de dekens rond het kampvuur. We kletsen wat en ineens zingen Atallah en Ali een Arabisch welkomstlied voor ons. Het klinkt prachtig. Dan vragen ze ons of we voor hen een Nederlands welkomstlied willen zingen. Minutenlang denken we na en met schaamte moeten we bekennen dat we dat niet hebben in Nederland….. We weten wel een ander liedje en zo klinkt een mix van Arabische, Nederlands- en Engelstalige liederen rondom ons kampvuur.

We genieten vanavond ook van een prachtige sterrenhemel. Zoveel sterren als nu heb ik nog nooit gezien! Zelfs de melkweg is zichtbaar. Ik blijf een tijd omhoog staren en zie 1 vallende ster. Prachtig! Dit is echt een avond om nooit meer te vergeten…..

 


21 oktober - Wadi Rum - Akaba

Middenin de nacht word ik wakker van rook in mijn gezicht. Ik krabbel overeind en zie dat Ali het kampvuur weer heeft aangestoken. Het waait erg hard en het is echt vreselijk koud!
Ik kruip snel weer onder de dekens maar kan de slaap niet meer vatten.
Eindelijk is het dan half 5. Na een kopje thee gooien we onze spullen in de jeep en vertrekken we de woestijn in. De zon is nog maar net op en we hebben het erg koud, we hebben dekens om ons heen geslagen om een beetje warm te blijven.

Na een half uurtje komt een andere auto ons tegemoet rijden. We stappen hierin over en na een tijdje komen we op een ruime open vlakte aan middenin de Wadi Rum. Hier warmen 4 mannen zich aan een kampvuurtje. Henk, Helen, Jan en ik zijn van plan om vanochtend een ballonvaart te maken boven de Wadi Rum.

We maken kennis met Khaled, de oficiele piloot van de luchtballon. Een zeer vriendelijke en charismatische man.

Hij vertelt ons dat de omstandigheden voor een ballonvaart op dit moment ongunstig zijn omdat er behoorlijk wat wind staat, dat vermoeden hadden we al….

Het kan zijn dat de wind nog gaat liggen dus we besluiten om nog even te wachten. Khaled neemt ons mee naar het gebouwtje wat bij het balloncentrum hoort.

Hij vertelt dat zijn organisatie een Non-profit organisatie is dat financieel gesteund wordt door het Koningshuis om zo het toerisme in Jordanië te promoten. Ze hebben 2 hete luchtballonnen maar hij is de enige die ze kan besturen, hij heeft hier een opleiding voor gevolgd in de USA. Khaled en zijn mannen zijn vanochtend om 3 uur al opgestaan om voorbereidingen te treffen voor onze ballonvaart.

Ondertussen krijgen we thee en koekjes van Khaled, zelf neemt hij niks in verband met de Ramadan. We kletsen nog wat maar na een half uurtje is de wind nog steeds niet gaan liggen dus Khaled neemt de beslissing om geen ballonvaart te maken. Zodra er maar 1% risico is, gaat hij de lucht niet in. Hij zegt dat het beter is dat we op de grond staan, dan dat we wensen dat we op de grond zijn. En hij heeft gelijk. Voor ons is het erg jammer maar we zijn wel blij met zijn professionele besluit. Nu hebben we tenminste een goede reden om hier nog eens terug te komen. Khaled vraagt aan een van zijn mannen ons naar het Visitors centrum te brengen waar Atallah op ons wacht.

We nemen afscheid van Khaled en als we hem wat geld willen geven voor de moeite (ze zijn tenslotte al uren op om alle voorbereidingen te treffen en ze hebben ons opgehaald) weigert hij het aan te nemen, ook na 3 keer te hebben aangeboden. Een bijzondere man…

We stappen in de auto en gaan op pad naar het Visitorscentrum. Althans dat denken we.
We genieten weer van de omgeving maar we rijden nu wel erg lang rond zonder dat we in de buurt komen van het betreffende centrum . We vragen ons af of dit wel goed gaat.

Onze chauffeur spreekt helaas geen woord Engels en kijkt ons niet begrijpend aan, daar worden we ook niet veel wijzer van. De jeep stopt en dan herkennen we de plek waar we vanochtend zijn overgestapt in de andere auto. Nee, dit gaat inderdaad niet goed. Gelukkig heeft de chauffeur een mobiele telefoon bij zich die het in dit gedeelte van de Wadi Rum doet en we bellen Khaled. Er is inderdaad sprake van een misverstand. Die wordt snel uit de wereld geholpen en uiteindelijk komen we rond een uur of 9 aan bij het Visitorscentrum.

Daar staan Atallah en Ali al op ons te wachten. We nemen afscheid van Ali en Atallah brengt ons in zijn witte Mazda sportauto uit 1980 naar Akaba. Atallah is vreselijk trots op zijn auto, die bij ons niet eens door een willekeurige keuring zou komen. We worden op de achterbank bijna vergast door de stank van de uitlaatdampen, de schokbrekers zijn stuk en de snelheidsmeter werkt ook niet. Maar hij rijdt en daar gaat het om. Atallah zet de radio aan en zingt de Arabische liederen vrolijk mee. Dan steekt hij een sigaret op, ik hou mijn hart vast en ben bang dat we met auto en al de lucht in vliegen door de benzinedampen die te ruiken is. Dat valt gelukkig mee maar het is een memorabel niet alledaags autoritje…

Na anderhalf uur komen we bij ons hotel in Akaba aan. We krijgen hier een ware cultuurschok. Wat een drukte, wat een mensen en wat een grote stad! Dit is wel even wennen na de leegte van de woestijn. We zijn 4 stinkbommetjes en snakken naar een warme douche. De rest van de dag hangen Jan en ik wat rond in ons hotel. We zijn moe en hebben geen zin in de drukte van de stad of het strand. We hebben behoefte aan rust om het magische gevoel van de woestijn nog even vast te houden.



22 oktober - Akaba-Amman-Amsterdam

En dan is onze vakantie alweer voorbij.

Vanochtend vliegen we van Akaba naar Amman om daarvandaan door te vliegen naar Amsterdam.

Onderweg denk ik na over alles wat we deze week hebben meegemaakt en aan de bijzondere mensen die we hebben ontmoet. Jordanië is een land dat zeker een kans verdient als toeristische bestemming.

De mensen zijn zo aardig en doen zo hun best om het je naar de zin te maken. De extra dag en nacht in de Wadi Rum en de verborgen stad Petra hebben de meeste indruk op ons gemaakt.

Het is een geweldige reis geweest en ik kan het iedereen van harte aanbevelen; een bezoek aan Jordanië!