5 / 6 Februari 2005 - Amsterdam-Bangkok,
weekend market.
Eindelijk is het dan zover, wij gaan naar Thailand! Om stipt 15.00
uur vertrekt ons vliegtuig vanaf Schiphol. Een dikke Boeing 747-400
van China Airlines. De vlucht verloopt voorspoedig
en de vriendelijke stewardessen proppen ons vol met eten en drankjes.
We proberen wat te slapen maar zoals gewoonlijk lukt dat niet echt.
Na ongeveer 11 uur vliegen komen we aan in Bangkok. Als we uit het
vliegtuig stappen valt de warmte en de vochtigheid als een deken
over ons heen. |
|
In Thailand is het 6 uur later dan in Nederland, dat betekent dat het
hier nu +/- 7.00 uur in de ochtend
is en buiten is het nu al bijna 30 graden! We verbazen ons over de rust
die hier heerst. Geen grote schreeuwende menigte zoals in Peru maar slechts
een paar mensen die de reizigers opwachten.
Al snel ontdekken we een man die een bordje omhoog houdt met onze namen
erop. We stappen in zijn auto en al gauw zoeven we richting ons hotel.
Omdat het zondag is valt de beruchte verkeerschaos mee. We zien geen toeterende
rammelbakken, maar de nieuwste auto’s die keurig op hun eigen weghelft
blijven rijden en netjes stoppen voor het stoplicht. Binnen een half uurtje
arriveren we bij ons hotel. Siam Beverly blijkt een redelijk luxe hotel
te zijn wat buiten het drukke stadscentrum ligt. We zijn zo moe dat we
ons bed in duiken en twee uurtjes gaan slapen.
Hierna is het tijd om wat van Bangkok te gaan zien. We besluiten om naar
de grote Chatuchak
weekend market te gaan. Zodra we ons hotel uitstappen staat er een jongen
naast ons. “Hello, where you go? I can bring you!" Hij is een
chauffeur die voor het hotel werkt en alleen een fooitje als
beloning vraagt.
Ja ja denken we nog....met onze slaperige hoofden, maar we vinden het
verder prima en stappen in.
Op naar het centrum, denken we.....
Op onze plattegrond hebben we gezien dat de markt niet zo heel ver van
ons hotel vandaan ligt maar deze jongen doet er toch wel erg lang over,
we rijden al 3 kwartier in de rondte ….en al snel blijkt waarom.
Waar we bang voor waren is inderdaad gebeurd. Hij stopt bij een reisbureautje
waar hij ook door wordt betaald (hoeveel banen heeft hij wel niet?). We
gaan naar binnen en laten ons al op de eerste dag verleiden om een excursie
te boeken naar de River Kwai en de Floating Market. Met onze slaperige
hoofden stappen we weer in de taxi en zeggen tegen de chauffeur dat we
toch graag naar
de markt willen zonder een volgend reisbureau te bezoeken. Hij knikt met
de bekende Thaise glimlach...
De weekendmarkt is flink groot. Ieder weekend staan hier ongeveer 15.000!
kraampjes en komen er ongeveer 200.000 bezoekers per dag. Je kan hier
echt van alles kopen. We slenteren in de rondte en kijken onze ogen uit.
Het is er een drukte van belang en een aanslag op je zintuigen, wat een
geuren, kleuren en geluiden! Eetkraampjes, eetkraampjes en nog een keer
eetkraampjes, vis, fruit, vlees, levende dieren als aapjes, vogels en
slangen, spinnen, souvenirs, kruiden, kleding, planten, huis-houdartikelen,
handwerk, sieraden enz. enz., echt alles wordt hier verhandeld.
Om 18.00 uur sluit de markt en we nemen weer een taxi terug naar ons
hotel. Daar nuttigen we onze eerste Thaise maaltijd. Er is een buffet
en er staat zoveel eten dat we niet weten wat te kiezen.
We beginnen voorzichtig met rijst, kip en groenten in een saus, heerlijk!
Met een bolle buik duiken
we ons bed in, eerst maar eens wat slaap inhalen!
7 Februari 2005 - Grand Palace &
Wat Pho
De volgende ochtend voelen we ons als herboren. We hebben heerlijk
geslapen.
Het eerste dat we vandaag doen is kaartjes regelen voor de nachttrein
naar Chiang Mai, dan hebben we die maar vast.
Hierna gaan we naar het Grand Palace en de Wat Phra Kaeo. Dit paleis
is in 1782 gebouwd en tot 1946 woonden hier de koningen van Thailand.
Tegenwoordig woont de koninklijke familie ergens anders maar enkele
regeringsgebouwen op dit terrein zijn nog steeds in gebruik. De
Wat Phra Kaeo is de heiligste tempel van Thailand. Het Grand Palace
doet zijn naam eer aan, het paleis is enorm groot en we lopen uren
in de rondte, wat een schitterend complex! We zijn onder de indruk
van al het pracht en praal. Schitterend! Alles ziet er zeer verzorgd
uit, tot in de kleinste details aan toe. De kleurrijke “wachters”
die overal staan vinden we erg leuk, we wanen
ons in de efteling (daar hebben we ze tenminste voor het eerst gezien).
In het Grand Palace & in de Wat worden we ook voor de eerste
keer geconfronteerd met het boeddhisme. Om de Wat binnen te gaan
moeten we onze schoentjes uit doen en onze benen en schouders bedekken.
We zien monniken gehuld in feloranje gewaden en zien hoe boeddhisten
wierook branden, bladgoud aanbrengen op beeldjes, kaarsjes aansteken,
en ook grappig : elkaar met in water gedoopte lotusknoppen op het
hoofd tikken. We vinden deze rituelen reuze interessant en van een
afstandje kijken we dan ook gefascineerd toe. Jong en oud, man en
vrouw, iedereen doet er aan mee! |
|
Met moeite rukken we ons los van dit schouwspel want we willen nog meer
van Bangkok zien! We lopen naar Wat Pho, de oudste tempel van de stad.
Ook dit blijkt een groot complex te zijn met schitterende gebouwen en
een 46 meter lange vergulde liggende boeddha.
Hierna slenteren we wat door de stad. Bangkok komt behoorlijk Westers
op ons over. Van een cultuur-schok is hier geen sprake. Het verkeer is
redelijk druk en chaotisch, veel motoren en de tuktuks zie je met rookgordijn
en veel lawaai voorbij scheuren. Verder valt ons op dat iedereen constant
met eten bezig is. Echt overal staan eetkraampjes waar de heerlijkste
geuren vandaan komen.
Ook zien we veel portretten hangen van de koning en de koningin. Het
koningshuis is populair hier. Koning Bhumibol regeert al een lange tijd.
We voelen ons trouwens geen moment onveilig in deze stad, ondanks dat
er toch bijna 10 miljoen mensen wonen. De mensen zijn heel erg aardig
en behulpzaam en er hangt een relaxt sfeertje wat ons erg aanspreekt.
We lopen naar het water en van een afstandje be-kijken we de Wat Arun
en de houten paalwoningen die aan het water staan. Plotseling worden we
moe en we besluiten om weer terug te gaan naar het hotel. We nemen een
taxi maar dat blijkt niet zo slim te zijn want het is spitstijd! Maar
ach, we zitten lekker in de airco en binnen een uur zijn we al in ons
hotel.
Na het eten lopen we naar het Robinson Department dat achterop ons hotelkaartje
staat aangegeven. We vinden het op 5 minuten lopen schuin tegenover ons
hotel. Het blijkt een grote shoppingmall te zijn waar echt van alles te
koop is. Buiten ons zijn er weinig tot geen bezoekers in de winkels maar
personeel ten overvloede. We wanen ons bijna in een warenhuis als La Fayette
in Parijs. Zo luxe is alles hier, alleen zijn de spullen hier 10x goedkoper
dan daar. Telkens als we interesse tonen in een kledingstuk waarvan wij
vinden dat het al uiterst goedkoop is, komt er een vrouwtje aansnellen
met de mededeling dat er nog eens 20% discount vanaf gaat. Trots bevestigt
ze dat door daarna het bedrag te calculeren op een rekenmachine en ons
voor ogen te houden "you see ? very cheap". Je zou spontaan
je totale garderobe thuis vervangen. Gelukkig beheersen we de kunst om
de verleiding te weerstaan en kopen hier niets, later in onze vakantie
zal blijken dat we die kunst toch niet helemaal beheersen...
8 Februari 2005 - Damnoen Saduak, River Kwai
Vroeg op vandaag, 05.00
uur worden we al gewekt. Dat is onze eigen schuld want vandaag is
het excursie dag; we gaan naar de Floating Market Damnoen Saduak
en de River Kwai. Althans, dat denken we, het blijkt echter een
dag vol verrassingen te worden.
Pas om half 7 komt er een busje voorrijden. We stappen in en vervolgens
rijden we anderhalf uur door Bangkok heen om andere toeristen bij
hun hotels op te pikken. Het busje wordt bij een vroege markt geparkeerd
en de chaufeur stapt uit en wij wachten...en wachten.... |
|
Om ons busje heen beweegt er van alles, en wij hebben dus iets om naar
te kijken zo vroeg op de ochtend. Ruim twintig minuten later komt onze
chauffeur eindelijk weer tevoorschijn met een Japans gezinnetje dat zich
al verontschuldigend in ons busje wurmt....zucht...
Snel vliegen we verder naar de volgende stopplaats, opvallend veel witneuzen
hier, dit moet de allom bekende Backpackers straat zijn. Het Japanse gezinnetje
verlaat het busje om in een andere over te stappen. Vervolgens wordt ons
busje volgepropt met twee Chinezen, een Koreaan, een Taiwanees, twee Portugezen
en een andere chauffeur...klinkt als een raadsel...de vraag zou zijn :
hoeveel toeristen zitten er nu in de bus ?
Uiteindelijk zet ons busje zich weer in beweging en zijn we op weg naar
de floating market. Ondertussen kijken wij elkaar benauwd aan...het is
nu al 9 uur en we hadden eigenlijk allang al bij de drijvende markt willen
zijn! Maar we zitten nog in hartje Bangkok, ver van Damnoen Saduak vandaan.
Na een uur stopt de bus bij een markt, wij springen eruit en zoeken naar
de bootjes...nergens te bespeuren. Het is de verkeerde markt, alleen maar
souvenirs en een demonstratie van de produktie van suiker hier. Het is
ons even ontschoten waarvan de suiker gemaakt wordt. Erg leuk, maar hier
hebben we niet echt om gevraagd, wij willen naar de drijvende markt!
15 minuten later wurmt het gezelschap zich weer in het busje om uiteindelijk
en pas om 10.30 uur op de echte floating market aan te komen. Waar we
bang voor waren blijkt bewaarheid ; een grote toeristenkermis. We zien
maar 2 a 3 bootjes met fruit en etenswaar, de rest heeft hoedjes en andere
souvenirs aan boord en de overige bootjes zijn volgeladen met touristen.
Wat een teleurstelling! Al wisten we eigenlijk van te voren dat we dit
zouden aantreffen als we hier later dan +/- 9.00 uur zouden aankomen.
Ruim een uur hangen we hier rond en vermaken we ons aan wat komische taferelen.
Verkoopsters in bootjes die met heftige gebaren en met regelmaat "hello
hello" roepend hun hoedjes proberen te slijten aan toeristen op de
kant. Ook heel vermakelijk is om te zien hoe bootjes elkaar net kunnen
ontwijken of hillarisch op elkaar botsen.
Na een uurtje sprokkelt onze gids de meute weer bij elkaar en worden
we met z'n allen in een longtailboat gepropt. De motor start, veel geluid
en rook en even later varen we met flinke snelheid door de klongs heen.
Wij zitten natuurlijk weer in het midden en worden rijkelijk natgespatterd
door de boeggolfen maar dat geeft niet, we kunnen er om lachen! We komen
langs vele houten huizen op palen en zwaaien naar mensen die op hun veranda
zitten. Even kijken ze op om te zien wie nu weer hun rust komt verstoren!
Na twintig minuten komen we weer aan bij ons startplek en worden we weer
de bus weer in geleid. Op naar de River Kwai -denken we - maar de gids
heeft nog een verrassing in petto...
We stoppen
bij een echte slangenfarm. Als je daar toch bent kan je net zo goed
een snake show gaan bekijken, niet waar? Dat doen we dus. Onder
een "spannend" riedeltje komt nu en dan de stem van de
presentator naar voren “one man….two snakes...very dangerous”.
Het is inderdaad knap om te zien wat voor een show die slangmannen
weggeven, dat doen we ze zeker niet na !
Ze dansen en ze springen om de slangen heen om ze uiteindelijk weer
in de kraag te vatten, 1 slangman heeft zelfs het lef om een giftige
cobra op zijn kop te zoenen ! Daarna zien we hoe ze het gif van
de cobra melken en maken ze even een rondje met de cobra. Jan krijgt
hem om zijn nek gehangen, zo'n giftige stropdas heeft ie gelukkig
niet dagelijks om….
|
|
Na een goed verzorgde lunch rijden we naar het plaatsje Kanchanaburi
bij de River Kwai. Hier bezoeken we een begraafplaats waar naast veel
Engelsen ook veel Nederlanders liggen. In een klein museum en in onze
reisgids lezen we meer over de verschrikkingen die zich hier hebben afgespeeld
:
In 1942 / 1943 lieten de Japanse bezetters honderdduizenden krijgsgevangen
een spoorweg aanleggen tussen Thailand en Birma. De werkomstandigheden
waren vreselijk, van de 60.000 geallieerde ge- vangenen (waaronder veel
Nederlanders) stierven er ruim 12.000. Van de 300.000 Aziatische gevangenen
moesten er 100.000 het met de dood bekopen.
Geïndoctrineerd door eeuwen lange tradities beschouwden Japanse soldaten
het zich laten gevangen nemen als een enorme schande en kozen nog liever
voor de dood. Ze beschouwden dus ook hun gevangenen als mensen zonder
rechten.
Er werd door de gevangenen aan de spoorlijn en bruggen gewerkt onder erbarmelijke
omstandigheden, 18 uur per dag met temperaturen van boven de 30 graden,
weinig voedsel en water.Velen overleden dus aan ondervoeding, ziektes
en mishandeling. De spoorweg is nooit afgekomen. De Amerikaanse luchtmacht
bombardeerde de spoorbrug(gen) diverse malen. Ook tijdens de bouw werd
door de gevangenen veel sabotage gepleegd.
Al met al indrukwekkend om de geschiedenis en de feiten te kennen en
om hier te zijn....
Hierna rijden we richting Bangkok waar we als toetje nog een schitterende
Wat bezoeken. Onze gids vertelt dan dat wij als eerste naar ons hotel
worden gebracht, we lachen en zijn blij. Midden in het centrum stappen
wij en de gids uit en komen we tot de conclusie dat dit niet ons hotel
is. Ondertussen rijdt het busje weg, wij zwaaien..... We worden een luxe
gebouw binnen geleid. Binnen is het een ware bunker met zware beveiliging
en al, dit blijkt een winkel te zijn waar ze alle soorten en maten diamanten
slijpen en verkopen en even later zien we dan ook een echte diamantenslijperij.
Er leuk en interessant allemaal, maar we willen geen diamanten kopen maar
wel naar ons hotel! "One moment please", zegt onze gids, "
I’ll get you another taxi"! Ons hotel blijkt achteraf buiten
de route te liggen. Een knappe dame in een exotische felgekleurde zijde
jurk geeft ons ondertussen een glas cola en leidt ons de winkel (lees
bunker) door. Ik voel me ondertussen net James Bond in een zwaar beveilgd
spionnenfort. Maar we moeten toegeven dat het best wel grappig is om hier
rond te neuzen. Er zitten schitterende sierraden met diamanten en andere
edelstenen bij maar de prijzen zijn zeer westers en bijna onbetaalbaar.
Al snel komt onze gids binnenrennen en zegt verlossend "I have taxi
for you!" en na een twintigtal minuten komen we met onze prive taxi
bij ons hotel aan :)
Dat was ons dagje wel. Een heel ander toertje dan we in gedachten hadden,
maar toch, we hebben ons best wel vermaakt.
9 Februari 2005 - Ayutthaya, nachttrein naar
Chiang Mai
Ook vandaag gaan we weer vroeg uit de veren en rond 6 uur vertrekken
we met een busje naar Ayutthaya, de oude hoofdstad van Thailand. De rit
duurt ongeveer 2 uur maar vliegt voorbij omdat we onderweg gezellig kunnen
kletsen met 2 Engelse meiden.
|
De stad Ayutthaya werd in 1359 gesticht en was een
van de grootste en machtigste steden van Azië. In de huidige
stad Ayutthaya staan nog diverse ruïnes, tempels en boeddha-
beelden uit deze periode en die gaan wij bezoeken.
Wij zijn onder de indruk van deze schitterende ruïnes en hun
mooie bouwstijl, ze zijn ook zeer fotogeniek. |
We schieten flink wat plaatjes. Dit complex is op de Unesco site voor
wereld-erfgoed geplaatst
en dat is maar goed ook want het zou zonde zijn als zoveel moois verloren
zou gaan!
Rond 14.00 uur laten we ons afzetten op het treinstation van Ayutthaya.
Vanavond om 23.00 uur gaan we pas met de nachttrein naar Chiang Mai. Het
is nu nog erg vroeg en we bedenken wat we zullen
gaan doen. Eerst maar eens kijken waar we onze backpacks kunnen stallen.
Op het treinstation blijkt een depot te zijn waar je je spullen in bewaring
kan geven. Dat doen we, al hopen we dat we onze back-packs straks weer
terug zien want de “bewaker” van de ruimte knapt een uiltje
in een gammele stoel en wordt niet wakker van ons gesleep en gestommel.
We lopen naar het informatie loket en krijgen het voor elkaar om ons 2e
klas treinkaartje van 23.00 uur om te ruilen voor een 1e klas kaartje
voor de trein van 21.00 uur. Dat scheelt weer wat tijd en voor iets meer
geld hebben we een coupe voor ons zelf.... we zijn tevreden!
Om de tijd te doden huren we in Ayutthaya een hotelkamer voor een paar
uurtjes zodat we ons wat kunnen opfrissen en wat kunnen lezen. Hierna
gaan we een hapje eten in het restaurant van het hotel. Ze hebben een
floating restaurant met leuk uitzicht op de rivier en de houten huizen.
Voor een paar euro gaan we uitgebreid dineren: cocos-soep vooraf, rijst
met vlees en groenten als hoofdgerecht en cocosmelk met suikergoed als
toetje! Zodra het donker wordt verschijnt er een groep muggen die het
op
ons voorzien heeft en we vluchten naar het binnenrestaurant, waar we neerploffen
achter een tafeltje om nog wat te lezen. We zijn de enigen die hier zitten
en Jan kan nu lekker naar de film van de Hulk kijken die hier op een groot
videoscherm getoond wordt, maar dan zonder geluid.
Uit het niets komt er plotseling een man tevoorschijn die het podium
op klimt en uit volle borst begint te kwelen. De eerste tien nummers in
het Thais en later gaat hij over in Engelstalige nummers. Zie je het voor
je; de film van de Hulk met Thaise gekrakeel op de achtergrond, heel apart.
We denken dat de man aan het oefenen is en ik probeer iets te lezen,
wat dus een zeer grote uitdaging is door het "gezang". Na een
uurtje blijkt dat hij speciaal voor ons aan het zingen is. We zijn geroerd
en geven hem een warm applaus want dat heeft hij wel verdiend, ahum.
Tot onze schrik is het al bijna half 9, we moeten snel naar het station
anders missen we onze trein.
Onze backpacks zijn er gelukkig nog en de trein arriveert precies op tijd.
We hebben geen spijt dat we de kaartjes hebben omgewisseld; we hebben
nu een privé cabine met stapelbed en airco.
Geweldig, zo komen we die 12 uur wel door!
10
februari 2005 - Chiang Mai
We slapen redelijk vannacht en de kilometers glijden ongemerkt
voorbij.
Om 7.00 uur worden we gewekt en ons stapelbed wordt omgetoverd
tot een zitbank. Hierna krijgen we ons ontbijt en rond 9.00 uur
rijden we het station van Chiang Mai binnen. Dit is echt een heerlijke
(en luxe) manier van reizen.
We nemen een tuktuk naar hotel Winner Inn. De kamer ziet er goed
en schoon uit, en belangrijk; we hebben airco! We frissen ons op
en gaan dan Chiang Mai verkennen.
De stad is groter en drukker dan we hadden gedacht, maar lang niet zo
groot en chaotisch als Bangkok. |
|
Het is een ommuurde stad en je struikelt
hier letterlijk over de tempels.Chiang Mai is 45 keer zo klein als Bangkok
maar het schijnt dat je hier evenveel Wats hebt als in de hoofdstad. Wij
bezoeken er diversen en kijken onze ogen uit. Verder zijn hier veel winkeltjes,
restaurantjes, internetcafé’s en toerbureautjes. En barretjes
met veel verveelde te dikke Westerse mannen die hier maar voor 1 ding
zijn: een Thaise vrouw "verleiden". Sommige mannen zie je innig
gearmd rondlopen met een Thaise schone die makkelijk hun dochter zou kunnen
zijn. Helaas zie je dit hier ook...
We hadden trouwens gehoopt dat het hier in Chiang Mai wat koeler zou
zijn maar ook hier willen we
het liefst alles uittrekken wat we aan hebben, ondanks het feit dat je
de inwoners van de stad met spijker-broek en jassen!! aan ziet lopen en
dat met 35 graden... Het is moeilijk voor te stellen maar voor hen is
het toch echt winter.
Later horen we dat het weer aardig in de war is, normaal is het hier
in deze periode ongeveer 10 graden koeler. Verder heeft het sinds Oktober
niet meer echt geregend. Dat hebben wij weer, we verheugden ons op 25
graden zoals onze reisgids ons heeft beloofd.
’s Avonds gaan we naar de beroemde nachtmarkt die bestaat uit vele
kraampjes waar echt van alles te koop is. Jan stopt bij een kraampje waar
ze kleding verkopen en hij bekijkt wat T-shirts.
“Hello hello, cheap, 300 Bath!" Jan rolt met zijn ogen als
hij deze prijs hoort. “No….thank you, too expensive”.
"Too expensive?" De verkoper speelt of hij verontwaardigd is
en geeft zich niet gewonnen. “Hello special price for you….250
Bath! Very cheap. Good Quality" "No, thank you" en Jan
loopt weg. "How much for you than ???" en Jan krijgt een rekenmachine
in zijn handen geduwd, na enige malen van rekenmachine wisselen is de
deal rond en vertrekken we met onze nieuwe aanwinst.
Dit afdingspelletje herhaalt zich vele malen...met een rugzak vol souvenirs
vertrekken we tevreden weer naar ons hotel. Leuk zo’n nachtmarkt!!
11 Februari 2005 - Tempelcomplex Doi Suthep
|
In het Noordwesten van Thailand is een hoop te zien en Chiang
Mai is een prima vertrekpunt voor tochten in de omgeving. De vele
reisbureautjes bieden diverse excursies aan maar wij hebben daar
nu even geen zin in (we hebben de excursie naar de River Kwai
en de Floating Market nog vers in ons geheugen). We willen er
op eigen houtje op uittrekken zodat we alle tijd voor ons zelf
hebben.
We zijn levensmoe en huren een Honda motorbike met 100cc. In
het begin is
het wat onwennig en spannend (ze rijden links... en rechts...
eigenlijk overal). Alles krioelt om je heen. Verder hebben we
extra veel verkeersdeelnemers op de weg omdat de Thai zelf vakantie
hebben vanwege het Chinees nieuwjaar en er dan graag op uit trekken,
en allemaal dezelfde kant lijken op te gaan als wij ...
We besluiten om naar Doi Suthep te gaan. Dit is een berg 16 km
ten Noorden van Chiang Mai. Vlakbij de top van deze berg staat
de Wat Phra That Doi Suthep, een schitterend boeddhistisch tempelcomplex.
Als we wonder boven wonder de stad uitkomen en op de goede weg
blijken te zitten volgen we al slingerend de slingerweg naar boven.
Na vele bochten parkeren we onze
motor langs de kant van de weg en klimmen we via 304 traptreden
naar de ingang van het complex.
De rest van de middag hangen we rond in Wat Doi Suthep. Het is
hier heel
erg mooi! We zien schitterende goudkleurige gebouwen, gouden sierparaplu’s,
boeddhabeelden, muurschilderingen, tempelklokken en een olifantsmonument.
Het verhaal gaat namelijk dat de olifant van de koning in 1390
de plek heeft uitgekozen waar de gouden chedi gebouwd is. Hij
liep zelf de berg Doi Suthep op en draaide op de betreffende plek
3 rondjes en begon te trompetteren.
De mensen maken echter de meeste indruk op ons. Onverstoorbaar
voeren ze hun boeddhistische rituelen uit, zonder zich ook maar
iets aan te trekken van fotograferende toeristen om hun heen.
We gaan zitten en kijken wat ze allemaal doen.
- ze lopen met gevouwen handen rondjes om de gouden chedi
- ze branden wierookstokjes
- ze steken kaarsjes aan
- ze luiden de tempelklokken
- ze hangen belletjes met hartjes op
- ze laten zich zegenen door een oude monnik
- ze offeren lotusknoppen
- ze brengen bladgoud aan op beeldjes
- en ongetwijfeld hebben we nog heel wat rituelen gemist.
Wij vinden het in ieder geval uiterst fascinerend.
Er lopen ook diverse monniken in de rondte. Jan knoopt een gesprek met
een van hen aan en vraagt of
hij een foto van hem mag maken. Dat is geen probleem, daarna vraagt
de monnik met een grote glimlach of hij dan ook met ons op de foto mag.
Maar natuurlijk. Een vriend van hem tovert een camera tevoorschijn en
met z’n drieën lachen we naar de lens. Zo zie je maar, ook
wij witneuzen zijn een bezienswaardigheid. |
Inmiddels is het al bijna 17.00 uur en tuffen we rustig terug en komen
uitgerekend in de spits in Chiang Mai terecht. ’s Avonds gaan we
de stad in en per toeval vinden we een heel leuk klein restaurantje. Nou
ja, restaurantje, eigenlijk gewoon een woonhuis, de gasten zitten in de
tuin die leuk versierd is met lampionnetjes en gezellige lichtjes. We
eten hier een overheerlijk Thais gerecht wat redelijk pittig is en blijven
lang na genieten in de gezellige tuin.
12 Februari 2005 -Bo Sang & Chiang Mai
Zoo
Vannacht om een uur of 2 word ik wakker met kramp in mijn buik. Foute
boel! En ja hoor, het is zover,
ik heb diarree! Ik heb waarschijnlijk toch iets verkeerds gegeten of gedronken
gisteren in dat gezellige restaurant. De rest van de nacht zit ik vaker
op de wc dan dat ik in bed lig. Ik ben blij als de vertrouwde hanen beginnen
te kraaien en een nieuwe dag aankondigen. Ondanks dat ik niet helemaal
lekker ben gaan we er vandaag weer op uit met de motor.
Deze keer rijden we naar het dorp Bo Sang, dat 9 kilometer ten Oosten
van Chiang Mai ligt. Bo Sang wordt ook wel het paraplu dorp genoemd. Dat
is niet voor niks want in het hele dorp zie je niets anders dan
sierparaplu’s die hier met de hand worden gemaakt.
We bezoeken een fabriekje. Op de binnenplaats zijn diverse mensen aan
het werk. Een man is bezig om houten handvaten te maken, een vrouw is
aan de slag met de baleinen die ze van bamboe maakt, weer een ander is
bezig om een scherm te maken van rijstpapier, anderen zijn de parasols
in vrolijke kleuren aan het schilderen. Erg leuk om dit hele proces te
zien. Uiteraard kan je ook zo’n parasol
kopen of wat op je kleding laten schilderen. Wij doen het laatste. Ik
krijg 2 mooie vlinders op mijn broek en Jan laat een hagedis op zijn tas
schilderen. Binnen twee minuten is het “kunstwerkje” klaar!
Omdat mijn buik nog niet helemaal goed voelt rijden we weer terug naar
Chiang Mai. Het is echter nog vroeg en we brengen een bezoekje aan de
dierentuin, de grootste van heel Thailand! Zodra we het terrein oplopen
worden we aangeklampt door een groepje Thaise schoolkinderen. In enigsinds
Engels stellen ze ons diverse vragen. Met een hoop gegrinnik vullen ze
onze antwoorden in op een vragenlijst. Daarna worden we meegesleurd en
moeten we met ze op de foto. Dan"laten" ze ons gaan en sjokken
we door de dierentuin heen. Je kunt het niet echt vergelijken met onze
dierentuin, het terrein
is niet zo goed onderhouden als onze Artis, de verblijven liggen behoorlijk
ver bij elkaar vandaan en de dieren ziener vrij verwaarloosd uit.
Maar deze dierentuin heeft wel een topattractie die wij niet hebben:
een echte reuzenpanda! Om het Panda-verblijf in te komen moeten we lang
in de rij staan en : apart betalen!, maar liefst 200 Bath per persoon
terwijl de toegangsprijs voor de hele dierentuin slechts 70 Bath is. Hier
is het erg druk. Het is duidelijk waar alle Thai voor komen. We lopen
met de grote menigte mee naar het verblijf en dan zien
we hem; een echte aandoenlijke reuzenpanda. Al bamboe kauwend kijkt hij
met zijn kraaloogjes in de rondte, wat een lieverd, echt om te knuffelen!
Het is leuk om dit machtige met uitsterven bedreigde dier eens in het
echt te zien voordat we ze alleen maar in filmpjes en plaatjes kunnen
bekijken.
Hierna is het mooi geweest en rijden we weer terug naar ons vertrouwde
hotel.
13 Februari 2005 - San Kamphaeng, geiser &
bronnen
Onze motor (en de daarbij horende vrijheid) bevalt ons zo goed dat we
hem nog een dagje houden
en naar het plaatsje San Kaemphang rijden. Hier bezoeken we een fabriekje
waar zijde wordt gemaakt.
We vroegen ons altijd al af hoe dat nou in zijn werk gaat en nu weten
we het! Een vriendelijke vrouw geeft ons een rondleiding door de fabriek.
De vrouwelijke zijde vlinder legt eitjes. Deze eitjes groeien binnen 4
weken uit tot zijderupsen. Deze rupsen eten zich barstens vol tot ze niet
meer kunnen (10.000 keer hun eigen gewicht!). Na ongeveer 30 dagen beginnen
de zeer dikke rupsen een cocon te bouwen (spinnen) en ze doen dit door
middel van een gele of witte draad die ze uit hun bekje spuwen. Vervolgens
worden deze cocons in een ketel met heet water gegooid en de ingepopte
rupsen vermoord zodat de zijden draden loslaten. Daarna wordt de draad
op een speciale spoel verzameld. Dan kan de draad gekleurd worden en wordt
de zijde gebruikt om stof van te weven.
We rijden
weer verder. In onze reisgids hebben we gelezen dat er een geiser
moet zijn ten Oosten van San Kaemphang en die gaan we opzoeken.
Het landschap valt ons wat tegen. Het is overal droog en dor.
Nadat we enkele keren de weg hebben gevraagd (we zijn vandaag zo
slim geweest om iemand in het Thais op te laten schrijven waar we
heen willen, helaas krijgen we daarop antwoord in het Thais :) bereiken
we de geiser en de warmwaterbronnen. Het is het een gecontroleerde
geiser en hij spuit constant water maar het is wel leuk om te zien.
Verder stinkt het hier naar zwavel, logisch want dat heb je altijd
bij geisers. Het water in het bijgelegen riviertje is heet en we
zien er ook geen leven in.
Diverse Thai komen hier regelmatig om een eitje in de heetwaterbron
te koken. De Thai kijken verrast op als ze ons zien, schijnbaar
komen hier niet veel westerlingen. Ze zijn vriendelijk zoals overal
en beginnen een praatje met ons, ditmaal gelukkig in het Engels.
Na een poosje is het tijd om weer terug te gaan naar Chiang Mai.
Deze keer presteren we het om te verdwalen. Om een of andere reden
komen we de stad niet in en blijven we op de randweg rijden. |
|
Diverse malen stoppen we langs de kant van de weg om op de kaart te
turen en vragen we ons af
waar we ons bevinden. Even later vragen we de weg aan werklui. Een jongen
zit bijna een kwartier
lang op onze kaart te staren zonder dat hij er wijs uit wordt maar hij
geeft niet op en haalt zijn kameraad erbij die er ook niet uitkomt. We
rijden maar verder. Daar vragen we het weer aan een man
bij een huis, maar helaas, ook hij kan ons niet in het Engels vertellen
waar we heen moeten.
Weer verderop brengt een erg vriendelijke vrouw ons uiteindelijk op het
goede spoor en als het begint
te schemeren rijden we even later op bekend terrein. Het is lastig om
te verdwalen maar het levert altijd wel leuke ontmoetingen op.
14 Februari 2005 - Grot Chiang Dao, Bergstammen
Aan het einde van 19e eeuw zijn ongeveer 500.000 mensen door oorlog en
politieke druk verdreven uit Myanmar, China en Tibet naar het Noorden
van Thailand. Daar leven ze nu, de zogenaamde hill-tribes, oftewel bergstammen.
Er zijn 6 hoofdgroepen: de Akha, Karen, Lisu, Lahu, Hmong en de Mien.
Iedere groep heeft zijn eigen cultuur met eeuwenoude tradities, taal,
geloof en kleding.
Vandaag gaan wij 3 van deze bergstammen bezoeken in het grensgebied met
Myanmar. Al vroeg worden we opgehaald en we zijn met zijn vijven vandaag.
Een chauffeur, een gids, Gé -ook Nederlander en wij. Het klikt
direct en we kletsen heel wat af. We rijden naar het Noorden en onderweg
stoppen we
bij een vlinder- en orchideeënfarm en bezoeken we de grotten van
Chiang Dao. Een heerlijke rustgevende plek. De grotten zijn niet echt
spectaculair maar in deze grotten liggen diverse boeddha beelden in Birmese
stijl. Die zijn wel weer interessant. De rit duurt ruim drie uur en we
zijn blij als we
er dan eindelijk zijn.
Wij bezoeken de Akha, de Karen Longnecks en de Longears, die zijn samengebracht
in 1 dorp. Het dorp is gebouwd in een dal en bestaat uit diverse paalwoningen
gemaakt van hout met daken van stro
en bladeren. Onder de huizen zien we varkens die vastgebonden zijn en
kippen en honden die rondscharrelen.
De Akha herkennen we direct aan hun hoofdtooi die versierd is met zilveren
belletjes.
Ze roken pijp en hebben rode tanden gekregen van het kauwen op beet-noten.
|
De Karen
Longnecks zijn een verhaal apart. Op 5-jarige leeftijd krijgen de
meisjes een lange koperen spiraal om hun nek gedraaid. Ieder jaar
dat ze ouder worden komt er een spiraal bij. Deze “ringen”
wegen toch zeker een paar kilo zodat de schouders naar beneden worden
gedrukt en je het idee krijgt dat ze een hele lange nek hebben.
De ringen worden praktisch nooit verwijderd (behalve als
er ringen bijkomen) en er wordt gezegd dat deze vrouwen hun nek
breken als de ringen langdurig afgedaan worden.
De meisjes van deze stam trouwen al op hun 15e en een paar jaar
later hebben ze kinderen. Zodra ze getrouwd zijn krijgen ze er geen
nieuwe ringen meer bij. Niemand weet waar dit gebruik vandaan komt
maar het verhaal gaat dat het uit bescherming was tegen tijgeraanvallen,
die grijpen hun prooi altijd in de nek. |
Dit klinkt aannemelijk. Maar waarom hebben de mannen dan geen ringen?
Zou het dan toch een schoonheidsideaal zijn?
We lopen door het dorp en bekijken de Longnecks. Het voelt erg raar om
hier te zijn. Aan een kant vinden we het reuze interessant maar aan de
andere kant hebben we het idee dat we “aapjes” aan het kijken
zijn en krijgen we een triest gevoel. We voelen ons een beetje bezwaard
om foto’s te nemen
maar we doen het na toestemming te hebben gevraagd wel. Het verbaasd
ons dat de vrouwen geen geld vragen voor een foto. In plaats daarvan kopen
we een paar souvenirs bij hun kraampjes. Ik zou
zo graag willen weten wat er nu echt in deze vrouwen omgaat, hoe ze zich
voelen, wat ze van dit
gebruik vinden en of ze gelukkig zijn. “Deze vrouwen weten niet
beter”, vertelt onze gids. Ze zijn trots
op hun ringen omdat ze zo wel de “mooiste” van alle bergstammen
zijn….” en daar moeten we het
maar mee doen.
Als laatste bezoeken we nog een school waar jonge monniken (ook wel novice
genoemd) les krijgen in het boeddhisme. Hierna rijden we in 3 uur weer
terug naar Chiang Mai. Het is een bijzondere dag geweest….
15 Februari 2005 - Chiang Mai, Wat Suan Dok
Vandaag slapen we lekker uit, voor zover dat lukt met kwebbelende hanen
en kraaiende kamermeisjes, (of was het het nu andersom ?). Daarna gaan
we uitgebreid ontbijten in Chiang Mai.
We hebben een tentje ontdekt waar ze overheerlijke ontbijtjes serveren
bestaande uit toast met jam
en eieren, yoghurt met muesli en vers fruit en koffie die bijna net zo
smaakt als thuis. Vandaag is het “klusjesdag". We bepalen hoe
we de resterende 12 vakantie dagen gaan doorbrengen, boeken 2 binnenlandse
vluchten naar Bangkok en Ko Samui, zoeken nog een excursie uit, laten
onze kleren wassen, werken ons verslag bij en duiken een internet café
in.
Op straat worden we aangesproken door een man die vertelt dat het vandaag
boeddha dag is en dat
er bij de Wat Suan Dok een ceremonie gaat plaatsvinden.
Hij maakt ons nieuwsgierig
en in de loop van de middag gaan we naar de betreffende Wat toe.
Het is daar een drukte van belang. Monniken zijn bezig om de boel
te versieren. Ze hangen verse bloemen op, leggen een loper op de
grond, ze maken een eretoog van hout, hangen foto’s op, zetten
rijen klapstoeltjes neer en er worden luxe banken de Wat ingedragen.
Een man is onvermoeibaar in een microfoon aan het kletsen (het klinkt
alsof hij nummers voorleest van een loterij) en weer een ander is
bezig hout te verbranden in een oven. We snappen er helemaal niks
van. Een vriendelijke monnik ziet onze verbaasde gezichten en hij
legt ons uit wat er aan de hand is.Morgen vindt er een ceremonie plaats die 1x in de 500 jaar gehouden wordt |
|
.
Er wordt een nieuwe boeddha afbeelding gegoten. Het is een replica van
de boeddha die in de betreffende Wat staat. Gelovige mensen kopen gouden,
bronzen of zilveren muntjes en gooien deze in een smeltpot. Hierna wordt
het mengsel in een mal gegoten en zo ontstaat de nieuwe boeddha. De 6e
boeddha wel te verstaan.
De ceremonie begint morgen om 15.00 uur en het belooft een drukte van
belang te worden. Er zijn “hoge” mensen uitgenodigd en alles
wordt live uitgezonden op televisie. We mogen ook komen maar hebben dan
geen mogelijkheid om het van dichtbij mee te maken maar als we willen
mogen we nu wel even binnen kijken in de Wat. Dat laten we ons geen twee
keer zeggen. Binnen zien we de huidige boeddha die mooi verlicht wordt
en verder zijn ze ook hier druk bezig om alles te versieren. We
kletsen nog wat met de monnik en daarna verlaten we het terrein.
Helaas zijn we morgen op pad anders hadden we deze ceremonie zeker bijgewoond….
16 Februari 2005 - Olifantrijden en bamboevlotvaren
|
In Chiang Mai bieden alle travel agencies hetzelfde toertje
aan: een hikingtocht naar een bergstam gevolgd door olifantrijden
en bamboevlotvaren. Eigenlijk hadden we niet zoveel zin in dit
toeristische toertje maar na wat wikken en wegen hebben we besloten
om toch maar mee te gaan, we zijn tenslotte in Thailand en we
kunnen niet thuiskomen zonder dat we op een olifant hebben gezeten.
Niet waar?!
Het wordt een gezellige dag. Onze groep bestaat uit 6 man en ’s
morgens worden we al om 8.00 uur opgehaald bij ons hotel. In een
uur tijd rijden we naar een natuurgebied even ten Zuiden van Chiang
Mai. Hier begint onze “hiking-tocht”.
Nou ja, hiken, het is eerder een rustige wandeling over een zandpad
wat heuvelopwaarts loopt. Als snel stopt het paadje bij een gammele
houten hangbrug waar we overheen moeten. Onder ons stroomt een
rustig riviertje. Het is niet eng (tenminste voor de mensen zonder
hoogtevrees) en voor we het weten staan we allemaal aan de overkant.
We sjokken weer verder en binnen een half uurtje zijn
we in het betreffende Karendorp. Dit dorp lijkt veel op het dorp
wat we afgelopen week hebben bezocht. We krijgen een rondleiding,
bekijken de huisjes en de mensen en krijgen een lading souvenirs
voorgeschoteld. Hierna lopen we via dezelfde weg weer terug naar
de bus. Onderweg zien we onze eerste slang in de vrije natuur!
Hij is gifgroen en kronkelt een boom in. Het is een giftig exemplaar,
vertelt onze gids maar zijn beet is niet dodelijk. Dat is een
hele geruststelling.
|
Dan is het tijd voor het volgende onderdeel van ons programma: olifant
rijden. Jan en ik mogen samen
in een bakje op de rug van de olifant. We hebben geen berijder, de mahoud
loopt met ons mee en hij slaakt regelmatig oerkreten om de olifant vooruit
te bewegen. Die lijkt niet onder de indruk en hij begint langzaam te lopen,
en wij wiegen met hem mee. Het is een rare gewaarwording bovenop zo’n
enorme dikhuidige mastodont.
Nu merk je pas echt hoe groot deze dieren zijn. Onze olifant loopt de
rivier in en hij heeft een leuk spelletje ontdekt: toeristje natspetteren
met zijn slurf. Dat is nou gemeen want wij kunnen natuurlijk niet terugspetteren!
We maken een rondje van een uur. Het gaat in een echt slakkentempo, elke
boom moet even met zijn slurf betast worden en onderweg stoppen we diverse
keren want al die bananen die onze olifant naar binnen werkt moeten er
natuurlijk ook weer een keer uit.
En poepen en lopen kan onze olifant niet tegelijk. We zijn blij
als we eindelijk onze opstapplek naderen want we zitten niet echt
comfortabel. Als we er bijna zijn is het schrikken geblazen. Een
grote mannetjesolifant met slagtanden dendert plots dreigend met
wijde oren op onze olifant (en ons) af....
We schrikken ons een hoedje en onze olifant ook want die duikt direct
de bosjes in. Snel springen er 2 mahouds tussen de olifanten in
en drijven ze uit elkaar. Met trillende beentjes stappen we af.
Leuk jongens, maar dit was dus onze eerste en laatste keer op een
olifant!
Na de lunch bezoeken we nog een waterval en daarna gaan we bamboe-
vlotvaren.
Het is heerlijk verkoelend op het water en heel relaxt peddelen
we een dik uur over de rivier heen. Dit is leuk. We genieten van
de omgeving en van de olifanten die langs de kant van het water
staan. Zalig! We vinden het jammer als we van het vlot afmoeten.
Het is mooi geweest voor vandaag en we rijden weer terug naar Chiang
Mai. Voor de afwisseling eten we vanavond geen Thais maar we bezoeken
een Mac Donalds. Als we daar binnen stappen worden we door de bekende
Ronald McDonald’s clown begroet met een echte Wai!
|
|
17 Februari 2005 - Natuurpark Doi Inthanon
De eigenaresse van ons hotel heeft ons overgehaald om vandaag mee te
gaan met een toertje die ze organiseert naar het Nationaal Park Doi Inthanon.
“If you go with my tour to Doi Inthanon, you will be very happy”.
Het natuurpark Doi Inthanon ligt 58 kilometer ten westen van Chiang Mai
en we rijden er met de bus in
2 uur naar toe. We bezoeken hier een prachtige waterval, alweer een Karendorp
en ook twee dezelfde tempels die er wel heel futuristisch uitzien.
Deze tempels zijn in 1988 gebouwd ter gelegenheid van de 60e verjaardag
van de Thaise koning Bhumibol. We hebben echter veel te weinig tijd om
alles goed te bekijken, het gaat in een sneltreinvaart en als wij bij
de bus aankomen zit iedereen steeds uitgebreid op ons te wachten.
|
We rijden
verder naar de 2595-meter hoge top van Doi Inthanon, de hoogste
berg van Thailand. Natuurlijk moeten we hier even van het uitzicht
genieten. Het is hierboven maar 14 graden en het is de eerste en
ook de laatste keer dat we onze fleeche-truien aantrekken. Hebben
we die toch niet voor niks meegenomen….
Als laatste bezoeken we nog een schitterende waterval. Het is hier
erg mooi en we willen hier graag wat rondhangen maar helaas, onze
groep heeft daar geen zin in en we moeten terug naar de bus. We
balen als een stekker. We gaan weer terug naar Chiang Mai en onze
chauffeur scheurt echt als een idioot, we zitten met zweet in onze
handen. |
Dat gescheur voelt absoluut niet fijn, helemaal niet omdat de vering
van de achterbank kapot is en wij de uitverkorenen zijn die daar zitten.
We stoten diverse malen ons hoofd tegen het plafond en op ons achterwerk
zitten vast meerdere blauwe plekken van het gestuiter. We zijn blij als
we levend en wel bij ons hotel aankomen.
Nou, mevrouw de hotel-eigenaresse, "we are not very happy today!"
18 Februari 2005 - Doi Suthep
Voor de verandering houden we vandaag een rustdag in Chiang Mai. We lopen
naar het centrum en spelen ons inmiddels vertrouwde oversteekspelletje.
Stel je een drukke 3-baans weg voor waar continue verkeer rijdt: auto’s,
bussen, motoren, tuk tuks en fietsers. Jij moet naar de overkant. Er is
geen zebra-pad en geen stoplicht. Hoe doe je dit? Wachten tot er niks
aan komt, zul je denken. Fout! Dan hadden we er nu nog gestaan. Het heeft
even geduurd voordat wij het door hadden. Ken je het computerspelletje
Frogger, waar je een kikkertje veilig moet laten oversteken? Nou, die
kikkertjes zijn wij. We nemen een grote sprong de weg op. Dan staan we
even stil en laten een aantal voertuigen passeren. Dan doen we weer 2
sprongen verder en laten de overige voertuigen een kant kiezen om ons
voorbij te razen. Daarna zetten we het op een rennen (vaak na een seintje
van een chauffeur) en zijn we veilig aan de overkant. Om in het centrum
te komen hoeven we dit spelletje “slechts” 3 keer te spelen
dus eigenlijk is het een wonder dat wij kikkertjes nog niet platgereden
zijn.
En weet je trouwens hoeveel man er op 1 motor past? 2 zal je denken,
in Nederland ja, maar niet
in Thailand. 4 man is geen enkel probleem. En dan allemaal zonder helm
natuurlijk. Want een helm is vervelend en brengt je kapsel in de war.
Soms zie je hele gezinnen op 1 motor. Vader voorop, moeder achterop en
2 kinderen, soms zelfs nog in de luiers, er tussenin geklemd. Het is een
leuk gezicht hoor maar ik zou toch doodsbang zijn dat ik mijn kind zou
verliezen als manlief door de bocht heen scheurt.
Wat hier wel een mooi systeem is (waar ze in Nederland een voorbeeld
aan kunnen nemen met de bussen die slechts 1x per uur rijden!) zijn de
zogenaamde Songthaews, letterlijk vertaald betekent dit 2 rijen. Het zijn
een soort open rode "busjes" met 2 rijen stoelen. Ze volgen
diverse routes door de stad en iedereen kan zo in- en uitstappen. Hoe
meer mensen er in een Songthaews zitten, hoe goedkoper het wordt. Vaak
moet je wel wachten totdat de Songthaew vol of gedeeltelijk vol is want
anders vertrekt hij simpelweg niet. Daar komen we vandaag achter.
We besluiten om nogmaals naar het tempelcomplex Doi Suthep te gaan.
Deze keer hebben we geen
zin om met de motor te gaan en we springen in een Songthaew die tot de
rand van de stad rijdt. Daar stappen we over in een andere Songthaew die
naar Doi Suthep gaat. De chauffeur gebaart ons dat
we nog een paar minuten geduld moeten hebben want hij wacht tot zijn Songthaew
vol is. We wachten
meer dan een paar minuten en na een kwartiertje raakt ons geduld op. We
willen nu toch echt naar boven. Eerst kan het niet, dan kan het wel maar
moeten we een belachelijk hoog bedrag betalen.
Jan sputtert tegen en loopt weg. De chauffeur rent achter hem aan. OK,
hij brengt ons wel voor een redelijke prijs en wijst naar een Songthaew
die er wel heel stoer uit ziet.
Zodra we zitten trapt de goede man zijn gaspedaal in en scheurt hij de
helling op. Hij zal die rare wit-neuzen krijgen!! We houden ons goed vast
en hebben er wel lol in. Nog net niet misselijk komen we bij de tempel
aan, als Jan betaalt zegt hij in het Engels nog even tegen de chauffeur
"leuk ritje, maar kon dat niet iets sneller ? :) hij kan er wel om lachen...
De rest van de middag hangen we rond in Doi Suthep. Het is nu rustiger
als de vorige keer en we zien veel monniken. Aan het einde van de dag
nemen we weer een Songthaew terug naar Chiang Mai. Deze keer heeft de
chauffeur er geen moeite mee om zijn Songthaew vol te krijgen. Deze man
rijdt als een zonnetje en we zien hoe hij een Wai maakt als we langs een
portret van de koning rijden. Dat hadden we nog niet eerder gezien. Hij
zet ons netjes af dicht bij ons hotel, en dat voor slechts 50 Bath! per
persoon.
19 Februari 2005 - White water rafting op de
Mae Ping river
Vanochtend om 9.30 uur worden we opgehaald door 2 vriendelijke jongens
in een stoere 4x4 jeep. Vandaag gaan we white-water raften. We hebben
geen ochtendprogramma geboekt want olifantrijden hebben we al gedaan en
mountainbiken met 36 graden Celsius, nou nee….dankjewel, en daarom
bedenkt onze aardige gids een alternatief programma speciaal voor ons.
We mogen mee boodschappen doen voor de lunch, bezoeken onze 2e orchideeën
en vlinderfarm
en tevens nog een fabriekje waar ze iets bijzonders doen. Het is namelijk
erg interessant om te zien
hoe ze van olifantenpoep papier kunnen maken (echt waar). Dan rijden we
1½ uur naar het Noorden
over een zandweg vol gaten en kuilen. We passeren kleine dorpjes met houten
paalwoningen, rijst-velden en heel veel boomgaarden waar ze fruit verbouwen.
Dit is het echte Thailand….
Rond een uur
of 12 zijn we op onze eindbestemming: een idyllisch plekje langs de
Mae Ping River. Inmiddels arriveert de rest van de raft groep ook;
3 Engelsen en 1 Nederlands meisje.
Zodra wij ze zien schieten we in
de lach en zijn we blij dat wij niet mee gedaan hebben aan het mountainbike
programma: ze zijn drijfnat van het zweet, hun hoofd ploft bijna uit
elkaar en ze hijgen als paarden.
We krijgen een uitgebreide lunch;
salade met gerookte kip, loempia’s met chili saus, kip, en heel
veel fruit toe.
Dan is het tijd voor de raftinstructies.Met zijn allen nemen we plaats in een boot op het droge en we oefenen
en peddelen dat het een lieve lust is, ondertussen krijgen we steeds meer
commando’s naar ons hoofd geslingerd. |
|
Daarna mogen we ons bekleden
met een mooie helm en een knaloranje reddingsvest om en gaan we met 2
boten te water. Wij zitten met het Nederlandse meisje en een instructeur
in de boot. Daar gaan we...
Onze instructeur checkt even of we goed geluisterd hebben en zingt ons
zijn commando’s toe: “Folwald, Backwald, on the top (terug
naar basispositie), get down, left folwald, light back, go left, go light”.
Af en toe verstaan we hem niet helemaal (vanwege die rrr die de Thai zo
mooi als een LLL uitspreken) maar verder gaat het goed, we zijn gehoorzaam
en dan vertrekken we toch echt.
Het eerste stuk van de rivier is kalm maar al gauw verschijnen de rotsen
en stroomversnellingen. Dit is pure adrenaline, de meiden gillen het uit.
Op sommige plaatsen glijden we met volle vaart enkele meters naar beneden.
Op gevaarlijke stukken staat er een 4 koppig reddingsteam klaar om toe
te snellen mocht er iets misgaan, je weet het tenslotte maar nooit…
een geruststellende gedachte. In twee uur tijd peddelen we 9 kilometer
stroomafwaarts.
Resultaat : we komen enkele keren vast te zitten tussen de rotsen, de
boot loopt vol water, we slaan 2x
om dankzij de leuke spelletjes van onze instructeur, het andere meisje
valt overboord en ik verlies mijn peddel. Maar verder genieten we van
de mooie omgeving en onze vrolijke instructeur. Op een rustig stuk zien
we olifanten op anderhalve meter van onze boot door de rivier waden.
Even verderop wordt onze boot overspoeld met lokale kinderen die ons proberen
nat te spetteren, maar helaas, we zijn reeds drijfnat dus geen eer te
behalen hier. Ze snellen de boot weer uit om de volgende aan te "vallen".
Kortom een geweldige ervaring!!!
Als we weer veilig aan wal zijn krijgen we nog wat te eten en drinken
en als we ons omgekleed hebben worden we weer met de jeep teruggebracht
naar ons hotel.
20 Februari 2005 - Wat Phra Singh & Wat
Chedi Luang
Onze laatste dag in Chiang Mai en dat voelt best wel een beetje raar.
We voelen ons hier thuis en zijn hier langer blijven hangen dan oorspronkelijk
de bedoeling was. Het is gewoon een fijne stad en een ideaal startpunt
voor tochtjes door Noord Thailand. Maar als we eerlijk zijn verlangen
we ook wel naar wat rust want het is en blijft een stad.
Vandaag doen we niet veel. We gaan naar de Wat Singh en de Wat Luang
Pradang. Hier hangen we bijna de hele middag rond. Het zijn heerlijke
rustpunten in de stad. Verder doen we nog wat klusjes en ’s avonds duiken we op tijd ons bed in.
21 Februari 2005 - Chiang Mai – Bangkok
– Ko Samui
Om 9.00 uur worden we netjes afgezet door een medewerker van ons hotel
op het vliegveld van Chiang Mai. We checken in en krijgen tot onze verbazing
een mooie oranje sticker op ons shirt geplakt in de vorm van een visje.
Zo kan iedereen zien dat wij op doorreis zijn naar Ko Samui! We mogen
gebruik maken van de VIP Lounge van Bangkok Airways en we gaan daar maar
eens een kijkje nemen. Wat een luxe hier! Het is een grote wachtruimte
met leren bankjes, gratis koffie en koekjes, gratis internet
en heel veel leesvoer. Zo wordt wachten nog leuk!
Om stipt half elf vertrekt ons vliegtuig via Sukothai naar Bangkok. De
vlucht duurt anderhalf uur en als toetje cirkelen we nog een extra halfuur
boven Bangkok rond want we krijgen geen toestemming om te landen. Vertraging!
Normaal gesproken is het niet zo erg om vertraging te hebben maar nu wel,
want
wij hebben precies een half uur om over te stappen op ons vliegtuig naar
Ko Samui en het is wel de bedoeling dat wij meegaan. We zitten hem te
knijpen en we zien meer “oranje visjes” ongeduldig op
hun horloge turen. Gelukkig wacht het vliegtuig op ons en we kunnen bijna
direct instappen.
Bangkok – Ko Samui is een kippeneindje, slechts 3 kwartier vliegen.
Ko Samui heeft wel het leukste vliegveld wat wij tot nu toe hebben gezien.
Zodra we uitstappen zijn we direct in de tropen, overal staan palmbomen!
Het hele vliegveld is in de buitenlucht en we worden door een vrolijk
gekleurd open busje naar de terminal gebracht. Er is hier slechts 1 terminal
en 1 bagageband.
|
Met nog een paar mensen stappen we weer in een ander busje en
gaan we op zoek naar accommodatie. We willen naar Maenam Beach
in het Noordwesten van Ko Samui. Hier schijnen ze een van de rustigste
stranden van het eiland te hebben en dat spreekt ons wel aan.
Als we in het busje zitten begint het te stortregenen.
We zijn verbaasd, de eerste regen die we hier in Thailand zien
en uitgerekend als we willen gaan genieten van zon, zee en strand.
Gelukkig is het binnen een paar minuten weer droog. De chauffeur
weet wel accommodatie en dropt ons bij Palm Point Village. Hier
huren we een bungalow op 50 meter afstand van het strand. Geweldig!
|
We nemen gelijk een duik in de lauwe zee, luieren wat in hangmatten die
vastgemaakt zijn aan de vele palmbomen op het strand en hopen dat we geen
cocosnoot op onze hoofd krijgen. Dit is pas vakantie……
22 Februari 2005 - Ko Samui - strand &
verbrand
Vandaag brengen we de hele dag op het strand door. Beetje zwemmen, beetje
zonnen, beetje
wandelen, heerlijk! Er waait een zacht windje en de temperatuur is aangenaam,
+/- 29 graden.
We zijn alleen zo stom geweest om ons niet goed genoeg in te smeren met
zonnebrand en ’s avonds zijn we dan ook beiden van top tot teen
zo rood als een kreeft. AUW, dat hebben we dan weer mooi
voor elkaar. Slapen gaat voor geen meter als je zo verbrand bent. stom
stom stom.!
23 & 24 Februari 2005 - Ko Samui
Zijn we op een tropisch eiland, krijgt Jan last van zijn buik. Verstopping
gevold door diarree. 2 hele dagen ligt de stakker in bed en hangt hij
boven de wc pot. Dat is niet echt de bedoeling… Ik
vermaak me op het strand, op het balkon en in het dorp. In de schaduw,
want mijn verbrande velletje
kan even geen zon meer verdragen.
We hebben trouwens logees in onze bungalow. Echte gekko’s
(kleine hagedisjes).
De eerste keer schrikken we ons een hoedje want ze zijn vreselijk
snel en maken een vreemd geluid, het lijkt wel op een lokroep van
een vogeltje. Verder heb ik een 2e slang gezien, een zwarte. Hij
kronkelde de weg op, ik zag hem, en hij kronkelde de weg weer af.
Op ons eigen bungalow- terrein nota bene! Dat verwacht je ook niet
zo snel.
|
|
25 Februari 2005 - Ko Samui, rondrijden met
de motor
Onze laatste dag op Ko Samui en Jan voelt zich gelukkig weer wat beter.
We willen toch nog wat van
het eiland zien en huren een motorbike. De tank is leeg en de verhuurster
zegt dat we 1 kilometer verderop moeten tanken. Op onze reserve rijden
we daarheen en tot onze verbazing krijgen we te
horen dat de benzine op is en dat we aan het einde van de middag nog maar
een keer terug moeten komen want dan hebben ze wel weer een nieuwe voorraad.
Tsja, dat is een beetje te laat...
We gaan weer terug naar het verhuurbedrijfje en een van de jongens wordt
er op uit gestuurd.
Wonder boven wonder is hij in 10 minuten weer terug. Met een beetje benzine
in de tank. Geen
idee waar hij het vandaan heeft maar wij zijn tevreden, we kunnen eindelijk
op pad.
|
We rijden het hele eiland in de rondte (+/- 60 kilometer) en
bezoeken als
eerste de beroemde 12 meter hoge gouden boeddha. Hierna gaan we
op zoek naar de traditionele Thaise vissersbootjes en die hebben
we al snel gevonden. Ze zijn erg leuk om te zien. En fotogeniek.
Een visser vertelt ons dat de witte bootjes uit Phuket komen,
de groene uit het diepe Zuiden van Thailand en de andere gekleurde
bootjes zijn van Ko Samui zelf. We rijden verder naar Chaweng
en Lamai beach, de bekendste stranden aan de Oostkust. We schrikken
ons rot als we hier aan komen. Wat een drukke toeristenkermis.
Een en al witneuzen, restaurantjes, cafés en winkeltjes
waar ze “hoe overleef
ik mijn kater”-pilletjes verkopen. Dit doet ons sterk denken
aan Lloret de Mar
en we weten niet hoe snel we hier weer vandaan moeten komen. We
zijn
echt heel blij dat we aan de andere kant van het eiland zitten.
We rijden weer verder en zien een ouderwetse waterput. We gaan
er een
kijkje nemen en worden begroet door een vriendelijke glimlachende
vrouw. Ze
is aan het werk. Ze hijst water naar boven uit de put, die ongeveer
10 meter diep is. Beneden staat haar man, we roepen hem gedag
en al snel echoot het ‘Sawadee-kap” terug. Onvoorstelbaar…
De rest van het eiland bestaat uit palmbomen, cocosnoten en palmbomen
en.... nog meer cocosnoten. Naast het toerisme is export van cocosnoten
de belangrijkste bron van inkomsten.
Wat ons verder opvalt is dat er bijna op iedere plek een bungalow
staat of er wordt een bungalow gebouwd. En ook de luxe resorts
schieten als padde-stoelen uit de grond. En het is erg rommelig,
overal ligt veel troep, echt overal. Het lijkt wel of ze hier
nog nooit van opruimen of prullenbakken gehoord
hebben. Zonde….. Maar verder is het een echt tropisch eiland
en ook hier
kan je diverse excursies boeken zoals olifantrijden, een slangenfarm
bezoeken of wandelen naar een waterval. In de omgeving kan je
mooi duiken en snorkelen. Ko Samui is niet groot, in 1 dag kan
je makkelijk in de rondte rijden.
Rond een uur of vijf zijn we weer terug bij onze vertrouwde bungalow
en we zijn blij dat we toch nog wat van het eiland hebben gezien.
|
26 / 27 Februari 2005 - Ko Samui – Bangkok
- Amsterdam
Vandaag vertrekken we weer naar Bangkok waar we onze laatste nacht doorbrengen
in hotel Siam Beverly. Onze vakantie zit erop. Zondagavond 27 Februari
vliegen we in 12 uur tijd naar huis. Zoals gewoonlijk slapen we niet in
het vliegtuig en onderweg hebben we veel last van turbulentie. We zijn
dan ook blij als we weer vertrouwde grond onder onze voeten voelen. Het
eerste wat ons opvalt in Nederland is de kou. We gaan van +38 graden naar
de –3. Brrrrrrrrrrrrrrr en op dag 2 valt er zelfs een flink pak
sneeuw. Dat is wel even heel wat anders.
Wij vinden Thailand een heerlijk land met hele lieve mensen (de slogan
“land van de glimlach” klopt echt). Het eten is verrukkelijk
en vooral de manier waarop het boeddhisme in de samenleving is verweven
heeft veel indruk op ons gemaakt.
|